Aandacht voor slachtoffers Beiroet, in plaats van Israël de schuld geven
Bij elke grote ramp of dramatische gebeurtenis klinkt al snel de vraag wat de oorzaak is geweest. Dat is niet meer dan logisch. Het kan helpen om dingen te begrijpen en te verwerken. Maar vooral om herhaling te voorkomen.
De ontploffing in het havengebied van Beiroet, afgelopen dinsdagavond, viel zonder enige twijfel in de categorie dramatische gebeurtenissen. Donderdagmorgen was de voorlopige trieste balans 135 doden en meer dan 5000 gewonden. Veel mensen worden nog vermist en er raakten zeker 200.000 burgers dakloos.
Vrijwel direct na de verwoestende explosie deden al diverse theorieën over de oorzaak van de ramp de ronde. Die varieerden van een ‘simpel’ ongeluk tot een interne wraakactie vanwege de sektarische spanningen die de afgelopen maanden in Libanon weer hoog zijn opgelopen.
Maar een van de eerste beschuldigende vingers wees ook direct naar Israël. Ook die geluiden varieerden. Van ongezouten verwijten, tot de oproep om eerst uit te zoeken of de Joodse staat voor dit drama verantwoordelijk is.
Op zichzelf is het niet zo verwonderlijk dat Israël al snel de schuld van dergelijke gebeurtenissen krijgt. Dat is simpelweg het gevolg van een zorgvuldig gekweekt vijandbeeld in het Midden-Oosten – en deels ook daarbuiten. De „zionistische entiteit” wordt voor alle mogelijke ellende verantwoordelijk gehouden, niet zelden om de aandacht van interne problemen af te leiden of het falen van het eigen leiderschap te verhullen.
In het geval van Libanon is de reactie richting Israël nog begrijpelijker. De inwoners van het land van de ceder zijn sinds jaar en dag gewend aan Israëlische straaljagers die het Libanese luchtruim schenden. Ze kijken ook nauwelijks meer op van explosies, vooral niet in het zuidelijk grensgebied met Israël, waar terreurbeweging Hezbollah actief is.
Er is echter een levensgroot verschil met de ontploffing in Beiroet van dinsdag. Israëlische luchtaanvallen op doelen in Libanon zijn zonder uitzondering gericht tegen terroristische infrastructuren, voornamelijk van Hezbollah. Bedoeld om de eigen bevolking te beschermen tegen terroristen, die het juist op de levens van onschuldige Israëlische burgers hebben gemunt.
Israël doet er daarbij alles aan om nevenschade en burgerslachtoffers tot een absoluut minimum te beperken. Omdat dat zo hoort. Maar ook om een groter conflict te voorkomen en de internationale publieke opinie, die bijna bij voorbaat anti-Israël is– niet nóg meer tegen zich te krijgen. Israël zou het niet in zijn hoofd halen om de Libanese hoofdstad op deze manier aan te vallen.
In plaats van Israël de schuld van deze ramp te geven, moet alle aandacht nu eerst en vooral naar de slachtoffers van de ramp in Beiroet uitgaan. Daar is de Libanese bevolking veel meer bij gebaat.