Libanons echte probleem is incompetentie
Dat een enorme hoeveelheid ammoniumnitraat al jaren in de haven van Beiroet opgeslagen kon liggen zonder dat er een haan naar kraaide, toont het hardnekkigste probleem van Libanon: een incompetent bestuursapparaat.
Nu de eerste rookwolken zijn neergedaald, worden er in Libanon en daarbuiten volop beschuldigingen geuit. Zo is er de anti-Israëlgroep die al snel met de vinger naar dat land wijst als aanstichter van de explosie. Ook is er de anti-Hezbollahgroep, die erop wijst dat Hezbollah een geschiedenis heeft met het aanleggen van voorraden ammoniumnitraat. Omdat die een stevige vinger heeft in de Libanese pap, voedt dit theorieën dat de ”Partij van Allah” het ammoniumnitraat had willen gebruiken voor haar eigen militaire doeleinden.
Wat wél glashelder is geworden, is dat verantwoordelijken al jaren wisten van de opslag van ammoniumnitraat in de haven. Het Reformatorisch Dagblad kreeg via een Libanese politicus inzicht in documenten die dit aantonen.
Het is op zichzelf allemaal niet onmogelijk. Noch Israël, noch Hezbollah is te goed voor het uitvoeren van acties die de ander moeten schaden en de verdedigers van beide kanten grijpen op sociale media iedere strohalm aan om hun vermeende gelijk te bewijzen. Maar het probleem met deze theorieën is: ze leiden niet tot antwoorden, maar juist tot meer spanningen in de toch al langs sektarische lijnen verscheurde Libanese samenleving.
Wat wél glashelder is geworden, is dat verantwoordelijken al jaren wisten van de opslag van ammoniumnitraat in de haven. Het Reformatorisch Dagblad kreeg via een Libanese politicus inzicht in documenten die dit aantonen. De documenten zijn ook in handen van andere media zoals Al Jazeera. Uit die papieren blijkt dat in september 2013 de Rhosus in de haven van Beiroet afmeerde. Dat schip had het ammoniumnitraat aan boord. Het was bedoeld voor Mozambique, maar er waren allerlei problemen waardoor het schip aan de ketting bleef. Het nitraat kwam in een loods op de kade terecht. En het bleef daar bijna zeven jaar liggen – tot de ontploffing dinsdag.
In de tussenliggende jaren werd er zeker vijf keer aan de bel getrokken door de douane, met steeds dezelfde noodkreet: we moeten iets met dit spul, het is levensgevaarlijk. Een antwoord kwam er nooit.
Corruptie
In dat laatste zinnetje ligt het ware probleem van Libanon opgesloten. Niemand nam verantwoordelijkheid, tot op een kwade dag brand ontstond die oversloeg op de enorme hoeveelheid nitraat. Verwaarlozing, corruptie, elkaar de hand boven het hoofd houden, afschuiven, het eigen straatje schoon vegen: dit probleem is veel groter dan het vraagstuk wie is de boeman.
Niet een bepaalde Israëlideologie of een uitgesproken mening over Hezbollah veroorzaakte de explosie, maar eerder „business as usual”, zoals politiek analist Faysal Itani dat dinsdag treffend omschreef in een artikel in de New York Times. De incompetentie die Libanon in haar greep heeft, is niet eigendom van Hezbollah, maar van het hele bestuursapparaat – en dat al lange tijd.
Wat te denken van iets simpels als een vuilnisophaaldienst? In Libanon blijkt het niet te regelen te zijn en de vuilniscrisis bepaalt de inwoners van het land elke dag bij de geest van verlamming die over hen is neergedaald.
Verlamming
Die verlamming is het gevolg van de politieke opdeling van Libanon, in niet minder dan achttien confessionele groepen. Een politieke meerderheid halen is voor niemand mogelijk – dat zou een recept zijn voor een nieuwe burgeroorlog. Maar onderling vertrouwen is er evenmin.
Daardoor is het buitengewoon moeilijk om meerderheidsbesluiten te nemen. De landelijke regering speelt dan ook geen grote rol. Mensen stemmen op iemand die ze vertrouwen, en diegene is ook het adres waar ze heengaan als er een probleem is. Wordt het vuilnis niet opgehaald? Is er geen werk? Slaat de hyperinflatie toe? Doet de stroom het 20 van de 24 uur niet? De partij moet het oplossen, als een staatje binnen een staat. Maar de partij kan dat in veel gevallen niet, en dus gebeurt er niks. Ziedaar het werkelijke probleem van Libanon.
Het is waar, er zijn genoeg bijkomende problemen. Zoals de Syrische vluchtelingencrisis, of de honger waarmee buitenlandse machten strijden om een stuk van de Libanese taart – vooral Iran en Saudi-Arabië. Maar de kern van de kwestie? Die ligt in Libanon zelf; in de vicieuze cirkel waarin kiezers en gekozenen elkaar steeds verder voortdrijven.
Dat is ook de reden waarom nieuwe verkiezingen doorgaans zo weinig oplossen. De nieuwe politici komen in precies hetzelfde verzuilde politieke landschap terecht en kunnen weinig anders dan zich nog dieper ingraven in de loopgraven van hun stellige opvattingen over hoe de Libanese samenleving zou moeten worden ingericht.
En zo werd de explosie in de haven ten diepste veroorzaakt door Libanon zelf. Of het de genadeklap is voor het land, moet nog blijken. Maar dat het land zich eerder vroeger dan later opnieuw zal moeten uitvinden, is evident. Het is alleen te hopen dat daar geen nieuwe burgeroorlog voor nodig is.