Liever lokaal initiatief dan wereldwijde milieuregeling
Milieuvraagstukken moeten niet geconfisqueerd worden door de overheid. Laat liever burgers verantwoordelijkheid nemen. Met ”liefde voor je thuis” ben je als vanzelf milieuvriendelijk bezig.
Ook christenen hebben tegenwoordig de mond vol van duurzaamheid, duurzaam ondernemen, milieuvriendelijk werken. In de christelijke media wordt deze duurzaamheid als hoogste ideaal gepropageerd. In een verplicht collectief schuldbesef dat momenteel breed in de samenleving heerst op allerlei thema’s, krijgt de „plichtsgetrouwe refo oog voor de schepping” (RD 14-07).
Ik kan me helaas niet aan de indruk onttrekken dat refo’s ook gevoelig zijn geworden voor het groene kapitalisme. Onze dienstverlening en producten zijn allemaal groen, duurzaam en maatschappelijk verantwoord. En daar kunnen we veel geld mee verdienen. Het zijn marketingtermen geworden, een verdienmodel.
Al te gemakkelijk drijven we mee op een nieuwe modegolf. Waarom wordt op reformatorische scholen niet het vak ”rentmeesterschap” gegeven? Ik wil bepleiten dat in het kader van ”goed burgerschap” ook de betekenis en het belang van rentmeesterschap een duidelijke plaats krijgt in het onderwijs en het bedrijfsleven. Want dat is hard nodig. We dreigen te vergeten dat onze traditie ons de ideeën aanreikt en een goed alternatief biedt voor het hedendaagse denken over dit onderwerp.
Maakbaarheid
Ook christenen gebruiken tegenwoordig liever het woord ”duurzaamheid” en gaan zich ook daadwerkelijk toewijden aan de nieuwe groene religie die haar duizenden verslaat. Een religie waarin schuld centraal staat en die oproept tot boetedoening over de zonden van onze vorige generatie.
Met ”groene religie” bedoel ik het vaste geloof in de maakbaarheid van de oplossing, en dat die maakbaarheid vorm moet worden gegeven door de overheid, en dat ons burgers dat allemaal heel veel geld gaat kosten. Alsof de toekomst van onze planeet in handen ligt van de sterke staat en de belastingbetaler.
Ondernemers kunnen ook veel groen geld verdienen dankzij het beleid van de heer Timmermans, die de komende tien jaar 1000 miljard euro wil vrijmaken om de EU het eerste klimaatneutrale handelsblok ter wereld te maken. Dit alles in het licht van de maakbaarheidsgedachte van deze seculiere wereld die het paradijs op aarde wil creëren.
Beseffen we nog wel dat we als rentmeesters hier op aarde verkeren en mogen uitzien naar een andere Stad die fundamenten heeft en wiens Kunstenaar en Bouwmeester God is? Natuurlijk heeft de mens de verantwoordelijkheid voor een goed beheer van natuur en milieu, maar hij mag dit doen met de ontspannen houding van het geloof dat alles veilig in Gods handen is.
Een alternatief voor de groene gekte waarin de wereld terecht is gekomen en een pleidooi voor de gedachte dat we dicht bij onszelf moeten blijven, geeft de Britse conservatieve filosoof Roger Scruton. Scruton, die in januari is overleden, heeft er een goed en belangwekkend boek over geschreven. Het heet ”Groene filosofie: verstandig nadenken over de planeet”.
Lokaliteit
De kern van Scrutons betoog is dat milieuvraagstukken niet geconfisqueerd moeten worden door de overheid. Hij stelt dat het debat over klimaatverandering en milieubehoud veel te politiek en te ideologisch is. Bureaucraten trekken de verantwoordelijkheid voor het milieu naar zich toe en zaaien om politieke redenen veel paniek onder de bevolking. In zijn zoektocht naar het ware verhaal achter de ”waarheid van de milieuproblematiek” kwam hij erachter hoe moeilijk het is om hier grip op te krijgen.
Scruton bepleit lokaliteit, kleinschaligheid en verbinding met het land waarop je woont. En als vanzelf ben je dan als goed rentmeester milieuvriendelijk bezig. U houdt namelijk van uw leef- en woonomgeving en wilt die graag schoon houden.
”Oikofilie” noemt Scruton dit: liefde voor je thuis. Dus lokale initiatieven prefereren boven wereldwijde milieuregelingen, burgerlijke vereniging en eigen verantwoordelijkheid boven politiek activisme en kleinschalige acties van burgers boven grootschalige doelgerichte campagnes van overheden, bedrijven en ngo’s. Vanuit dit perspectief richt de rentmeester zich niet op een gezond milieu, maar op andere dingen die een gezond milieu tot gevolg hebben.
Goudse binnenstad
In mijn dagelijkse praktijk in het beheer en het onderhoud van buitenruimten zie ik dat bijvoorbeeld terug in burgerparticipatieprojecten. In Gouda heeft een groepje burgers de stichting Singelpark Gouda gevormd. In drie jaar tijd heeft die stichting de Goudse binnenstad meer kunnen vergroenen dan de gemeente zelf in de afgelopen tien jaar heeft gedaan. Honderd procent burgerinitiatief, en de gemeente kon toezien.
Voor mij levert dit lokale initiatief het beste bewijs voor het belang van de oikofilie van de rentmeester. En die prefereer ik zeker boven de religie van het groene kapitalisme. Ook al wordt die tegenwoordig door refo-ondernemers en VVD’ers onderschreven.
De auteur is ondernemer in buitenruimten en voorzitter Conservatief Café.