Consensus in klimaatdiscussie politiek geladen
De klimaatdiscussie is ernstig gepolitiseerd en gepolariseerd. Het IPCC probeert onderzoekers met een afwijkende kijk op de oorzaken van de klimaatverandering te blokkeren en te negeren.
Het klimaatprobleem is overschat en onbegrepen, betoogden Paul de Korte en Jacob van der Tang (RD 24-6). Willem Jan Blom stelde daarop (RD 2-7) dat zij afstand namen van de gangbare opvatting onder klimaatwetenschappers over de aard van de huidige klimaatverandering.Het is zeker waar dat voor de gemiddelde krantenlezer een grondige bespreking daarvan te hoog gegrepen is. Dat Blom, als student aardwetenschappen, daarbij stelt dat ook De Korte en Van der Tang „de hiervoor benodigde expertise lijken te missen” klinkt echter nogal neerbuigend. Ik vond hun artikel goed gedocumenteerd en las het met instemming.
„In het publieke debat is het goed om vast te houden aan de wetenschappelijke consensus”, vindt Blom. Er zou meer dan 90 procent overeenstemming over bestaan dat de uitstoot van broeikasgassen een „uitzonderlijke opwarming” heeft veroorzaakt. Dit argument wordt vooral gevoed door een studie van John Cook in het wetenschappelijke tijdschrift Environmental Research Letters (2013). Zijn conclusie was dat maar liefst 97 procent van de wetenschappers vond dat de opwarming van de aarde reëel is en veroorzaakt is door de mens. Dat zorgde voor de nodige opschudding in het klimaatdebat. President Obama zei er nog extra bij dat die klimaatverandering door de mens „gevaarlijk” is. Deze opvatting is sindsdien leidend in politiek en media.
Dubieus onderzoek
Wetenschapsjournalist Marcel Crok concludeerde dat de publicatie van Cook „niet alleen zonder betekenis is maar zelfs misleidend.” Dit vraagt om toelichting.
Cook verwerkte ruim 12.000 wetenschappelijke artikelen over klimaatverandering. Alleen de samenvattingen werden bekeken. De truc was dat slechts 65 van die 12.000 artikelen volledig achter het standpunt van het klimaatpanel Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) stonden. Die stelde dat het merendeel van de opwarming (minstens 95 procent) met grote zekerheid wordt veroorzaakt door de mens.
Die 65 artikelen staan voor slechts 0,5 procent consensus daarover. Waar komt dan die 97 procent consensus vandaan?
Er waren 8000 onderzoeken die hierover helemaal niets zeiden. Ze waren neutraal. en werden bij de beoordeling verwijderd. Van de overgebleven 4000 studies beaamde het merendeel dat er klimaatverandering is en dat de mens daarbij een rol speelt. Slechts 3 procent ontkende dit. Zo kun je komen aan die 97 procent.
De omschrijving ervan is echter zo vaag, dat iedereen die zegt dat CO2 een invloed heeft op het klimaat hieronder valt. En dat zal bijna iedere klimaatscepticus beamen! Die 97 procent consensus verschrompelde dus tot 0,5 procent. Maar dit werd niet aan de grote klok gehangen.
In de wetenschappelijke wereld kwam hierop forse kritiek. Prof. Richard Tol, hoogleraar klimaateconomie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, schreef: „Cook heeft 10 van de 122 stukken gelezen die ik erover publiceerde. Vier daarvan worden gekwalificeerd [door Cook] als bevestigend voor zijn stelling, terwijl ze in werkelijkheid neutraal zijn.
” Ook Nir Shaviv, een Israëlische hoogleraar in de astrofysica, herkende zich niet in de resultaten: „Cook’s bevindingen over mijn publicaties zijn domweg onjuist.”
Gepolitiseerd
Terecht schreef Willem Jan Blom dat „wetenschappelijke resultaten goed gescheiden moeten blijven van eventuele politieke implicaties.” En daar wringt juist de schoen: de klimaatdiscussie is ernstig gepolitiseerd en gepolariseerd. Wie zijn twijfels heeft, wordt gemarginaliseerd. Onderzoeksgelden zijn dan niet beschikbaar. Publicaties over de invloed van de zon en van wolken op het klimaat zijn niet welkom in de media. Ook niet bij het IPCC, dat zelf geen onderzoek doet maar alleen onderzoeksresultaten bundelt en samenvat.
Dat gaat lang niet vlekkeloos, gelet op bijvoorbeeld de publicatie waarin stond dat de gletsjers van de Himalaya al in 2035 konden zijn gesmolten. Dat was ontleend aan een WWF-interview met een Indiaanse gletsjeronderzoeker. Later werd toegegeven dat dit 2350 moest zijn! Daarnaast is het zorgwekkend hoe het IPCC, dat in zijn kern milieuactiegroepen als WWF en Greenpeace koestert, probeert onderzoekers met een andere kijk op de oorzaken van de klimaatverandering te blokkeren en hun wetenschappelijke resultaten te negeren.
De mening dat CO2-uitstoot desastreus is, geldt inmiddels als uitgangspunt in onderwijs en media.Vooral ook jongere wetenschappers moeten meegaan met dit mantra, om niet de kans te lopen uit de wetenschappelijke gemeenschap gestoten te worden en hun baan te verliezen. Geen wonder dat vrijwel alleen gepensioneerde wetenschappers, zoals de geofysicus Prof. Guus Berkhout, hun mening durven geven. Verpolitiekte klimaatwetenschap krijgt steeds meer religieuze trekken. Wie twijfelt aan de dogma’s uit, is een ketter. In Amerika zijn er al plannen om dit strafbaar te stellen. Ook in Duitsland, waar de 19-jarige Naomi Seibt voor haar klimaatsceptische uitingen op YouTube een boete of zelfs gevangenisstraf dreigt te krijgen.
Noodtoestand
De slogan ”97 procent klimaatconsensus” als bevestiging van Al Gore’s bewering ”The science is settled” moge dan de plank misslaan, toch had die een enorm effect. Gewaagde Obama nog van een gevaar, inmiddels koppelt de EU er de overtreffende trap van een klimaatnoodtoestand aan vast. Met een opgeklopte”Green deal”, waar een kostenplaatje van duizenden miljarden euro’s aan hangt. En dat om, volgens IPCC-berekeningen, de temperatuur slechts een fractie van een graad te temperen.
Groot kan de ontwrichtende uitwerking zijn op onze leefomgeving, die daarvoor moet worden omgebouwd tot één groot industriegebied vol windmolens en glazen zonneweiden. Maar ook dreigt een teloorgang van de welvaart van onze industriële maatschappij. Maurice Strong, medeoprichter van het IPCC, deed de gevleugelde uitspraak dat we „op een punt zullen komen dat de enige manier om de wereld te redden is om de industriële maatschappij te laten instorten.” Opmaat voor een nieuwe wereldorde?
De auteur was wetenschappelijk medewerker aan Wageningen-UR en docent Techniek en Maatschappij aan de Evangelische Hogeschool.