CGK willen banden met GB verstevigen
De Christelijke Gereformeerde Kerken willen de relatie met de Gereformeerde Bond (GB) voortzetten en verstevigen. Deputaten is opgedragen samen met het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond te onderzoeken of en in hoeverre er afspraken gemaakt kunnen worden met hervormd-gereformeerde gemeenten binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).
De recente scheuring binnen de Hervormde Kerk heeft tot een andere situatie geleid in de relatie tussen de CGK en de GB. De deputaten eenheid hebben in de gesprekken met het hoofdbestuur van de GB erop gewezen dat „zij zich niet kunnen en willen distantiëren van de hervormde gemeenten die zich niet wilden scharen bij hen die tot de PKN toetraden.”
Ds. G. D. Kamphuis, voorzitter van de Gereformeerde Bond, sprak donderdagavond de synodevergadering toe. Hij sprak van de pijn vanwege het feit dat anderen zijn voortgegaan binnen het verband van de Hersteld Hervormde Kerk. „Een voortgaande scheur in het lichaam van Christus”, aldus ds. Kamphuis. „Tot het laatst toe hebben we ons verzet tegen de fusie. Maar breken met de kerk, haar loslaten, dat konden en mochten we naar onze vaste overtuiging niet.”
Synodepreses ds. J. Westerink zei in antwoord op de toespraak van ds. Kamphuis dat op het punt van de toe-eigening des heils geen vijf minuten nodig zijn „of we zijn bij elkaars hart”, maar op het punt van de kerk gaan de wegen uiteen. „Wij hebben de pijn rond de scheuring meegevoeld en met u meegeleefd. Het is niet aan ons als afgescheiden kerken om uit te spreken wie gelijk heeft. Maar u begrijpt dat er ook van onze kant pijn is. De stap die u gedaan hebt de PKN in, is voor ons eerder een stap van elkaar af dan naar elkaar toe. Ook wil ik u eerlijk zeggen dat de manier waarop in hervormd-gereformeerde kring de laatste maanden soms over afscheiding is gesproken, ons wel eens pijn heeft gedaan.”
De voorzitter van deputaten voor eenheid onder gereformeerde belijders, prof. dr. J. W. Maris, benadrukte dat de visie op de kerk de CGK weerhouden om verder de eenheid gestalte te geven. „Wij zijn broeders in de Heere Jezus Christus. Maar ik wil ook eerlijk zeggen dat het geweldig zeer doet dat we elkaar op kerkelijk gebied niet kunnen begrijpen. Maar we willen elkaar ook niet loslaten en we begrijpen ook van elkaar hoe het ligt. De kerkelijke situatie maakt het echter onmogelijk om breder dan de plaatselijke situatie naar eenheid te streven.”