Dwerggroei en de kleinste mensen ooit
Tegenwoordig heten kleine mensen gewoon kleine mensen en geen lilliputters of dwergen meer. Wil je het nog netjes zeggen, dan zeg je achondroplasten. Maar kan er iets voor ze worden gedaan?
Wereldwijd kampen ongeveer 650.000 mensen met dwerggroei. Bij zo’n 70 procent van hen wordt de geringe lengte veroorzaakt door achondroplasie. Deze erfelijke aandoening betekent letterlijk ”geen kraakbeenvorming”. Het komt erop neer dat kraakbeen van de armen en benen niet goed in bot kan worden omgezet, waardoor de armen en benen kort blijven.
Kenmerkend is dat de romp veelal normale afmetingen heeft. Ook een grote schedel in combinatie met een klein gezicht en een platte neusbrug zijn typerend. Omdat de spieren wel groeien, zijn die in verhouding te lang, waardoor ze moeilijk kunnen worden gespannen. Dat kan problemen geven bij het staan, zitten en lopen, zeker op jonge leeftijd.
Bij reuzengroei is er sprake van een te hoge groeihormoonproductie door de hypofyse, maar er kan ook een tekort aan hormoonproductie optreden, met dwerggroei als gevolg. Deze vorm is te behandelen door middel van het toedienen van groeihormonen.
Bij achondroplasie, zo werd in 1994 ontdekt, is een gen met de naam FGFR3 betrokken. Een normaal FGFR3-gen zorgt voor de aanmaak van een bepaald eiwit. Eiwitten voeren in het lichaam allerlei taken uit. Het eiwit dat door het FGFR3-gen gemaakt wordt, zorgt ervoor dat er nieuw kraakbeen (en uiteindelijk dus nieuw bot) wordt aangemaakt.
Bij mensen met achondroplasie is dit proces verstoord, waardoor de botten niet goed groeien. Dat is ook de verklaring voor de vaak voorkomende oorontstekingen bij kleine mensen, vanwege een niet voldoende ontwikkelde buis van Eustachius.
Achondroplasie is erfelijk, Als een klein persoon en iemand van normale lengte samen een kind krijgen, is de kans 50 procent dat de baby de aandoening ook heeft. Krijgen twee kleine mensen een kind, dan is die kans zelfs 75 procent. Bovendien is er 25 procent kans dat de nieuwgeborene het in dat geval niet overleeft. Dat gebeurt als het kind het aangetaste gen van beide ouders overneemt.
Sinds de ontdekking van het betrokken FGFR3-gen wordt er gezocht naar een behandeling van achondroplasie. Enkele jaren geleden kwam een eerste doorbraak. Drie weken lang kregen muizen met deze genetische afwijking menselijke FGFR3-genen ingespoten. De groeihormonen bleken zich niet langer te binden aan de afwijkende receptoren maar aan het toegediende middel. De hormonen werden als het ware om de tuin geleid: ze lieten het foute gen links liggen en gingen rechtstreeks op de gezonde, ingespoten genen af.
Gevolg was dat de muizen een normale groei doormaakten en ook veel minder last hadden van complicaties die bij achondroplasten vaak voorkomen. Bij een nog grotere dosis FGFR3-genen werden de muizen zelfs groter dan gemiddeld. Maar ook al zijn de resultaten veelbelovend, er is nog jaren onderzoek nodig voor de behandeling bij mensen kan worden ingezet.
De muizen werden meteen na hun geboorte behandeld. Het is niet duidelijk of de behandeling ook aanslaat bij volgroeide muizen, laat staan bij volwassen mensen. Tot die tijd is de enige optie voor achondroplasten een pijnlijke operatieve behandeling, waarbij het bot wordt doorgezaagd en in een metalen ”mal” enkele centimeters kan worden opgerekt.
Jaapje van Zandvoort
In de Rotterdamsche Courant stond op 16 december 1828 het volgende bericht: „Den 2 dezer is te Dendermonde overleden, aan de gevolgen eener ontsteking der long, de bekende Simon Jane Paap, van Zantvoort, den ouderdom hebbende bereikt van bijna 40 jaren. Hij was een der kleinste menschen van zijnen tijd en bij zijn overlijden niet grooter dan 30¼ duimen oude amsterdamsche maat of omtrent 76½ duimen nederlandsch.”
Jaapje van Zandvoort was in zijn tijd de beroemdste kleine mens in Nederland en omstreken. Met zijn 84 centimeter (en 14 kilogram) reisde de opmerkelijke verschijning langs kermissen en jaarmarkten om zich te laten bekijken – in de Sint-Bavokerk in Haarlem geeft een marmeren staaf nog steeds zijn geringe lengte aan. De kleine visser, inderdaad uit Zandvoort, werd beschouwd als het grootste wonder van zijn tijd. In werkelijkheid had Van Zandvoort een excessieve vorm van dwerggroei. Normaal gesproken bereiken mensen die hieraan lijden een lengte van meer dan een meter. De Nederlandse zanger Roel van Velzen (41) bijvoorbeeld zit met zijn 1,50 meter duidelijk aan de andere (lange) kant van het spectrum. Bij hem heeft de beperkte lengte, zoals in de meeste gevallen, een genetische oorzaak, maar ook medische complicaties en psychologische factoren kunnen zorgen voor dwerggroei.
Kleinste mensen ter wereld
De 26-jarige Junrey Balawing uit de Filipijnen is momenteel de kleinste levende man op aarde. Hij is 59,9 centimeter lang en weegt niet meer dan 6 kilo.
Jyoti Amge (22 jaar) uit India is met 62,7 centimeter de kleinste vrouw ter wereld.
De Zuid-Afrikaanse Madge Bester leed aan osteogenesis imperfecta, waardoor ze zeer zwakke botten had en in een rolstoel zat. Ze was slechts 65 centimeter lang. Haar moeder, die in 2001 overleed, was 70 centimeter. Zijzelf overleed in 2018.
Khagendra Thapa Magar (27) komt uit Nepal en is 66 centimeter. Behalve met een fysieke handicap kampt de jongeman ook met een mentale achterstand.
serie Groot en klein
Deel 1: Klein gebleven door een genetische afwijking
Kortste man ooit
Chandra Bahadur Dangi (1939-2015) bracht het grootste deel van zijn leven anoniem door in een klein dorp in Nepal. Toen hij in 2012 werd ontdekt door het Guinness Book of Records was hij op slag een beroemdheid. Hij was op volwassen leeftijd 54,6 centimeter lang en woog 12 kilogram. In datzelfde jaar kreeg hij uit handen van de uitgever van het recordboek een certificaat, waarmee hij tot de kleinste, op dat moment levende man én tot kleinste man ooit werd uitgeroepen. Daarna ging hij op reis met een circus. Tijdens de tournee overleed hij, op 3 september 2015, op 75-jarige leeftijd. De kleinste mens ooit – voor zover bekend.
Kortste vrouw ooit
De kleinste vrouw die ooit heeft geleefd, Johanna Paulina Musters (1878-1895), werd geboren in de Nederlandse plaats Ossendrecht. Bij haar geboorte was ze al op de helft van de lengte die ze uiteindelijk zou bereiken: 61 centimeter. Als kind reisde ze als bezienswaardigheid rond, maar ze ontwikkelde zich als danseres en acrobate. Ze werd zelfs eens ontvangen door koningin Wilhelmina en de Duitse keizer. Daarna vertrok ze op naar de Verenigde Staten voor optredens. Twee maanden na haar aankomst overleed ze aan de gevolgen van een long- en hersenvliesontsteking. Bij haar dood, op 16-jarige leeftijd, woog Paulina 4 kilogram.