Dat bleek donderdagmiddag op een conferentie over eetproblemen bij kinderen in het Universitair Medisch Centrum St. Radboud (UMC). Op de conferentie presenteerde de belangenvereniging van motorisch gehandicapten en hun ouders BOSK uit Utrecht een boek over een nieuwe behandelwijze voor kinderen met eetproblemen. Het boek is geschreven onder leiding van prof. dr. J. de Moor van het multidisciplinaire eetteam van het UMC. In Nijmegen en in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht zijn de enige twee academische eetteams van Nederland gevestigd.

Dat eetproblemen steeds vaker voorkomen, heeft volgens de specialisten alles te maken met de steeds toenemende mogelijkheden om te vroeg of te klein geboren kinderen en kinderen met een aangeboren ziekte of afwijking in leven te houden. Deze kinderen krijgen de eerste tijd van hun leven meestal voeding via een maagsonde. Hoewel de overlevingskansen daardoor sterk stijgen, kan de sondevoeding ook het begin zijn van eetproblemen op peuterleeftijd.

Bijna de helft van alle ouders van peuters krijgt te maken met een kind dat kieskeurig wordt, heel weinig eet, eten in de mond opspaart of niet zelf wil eten. Dat zijn echter volgens De Moor lichte problemen, die geen ernstige gevolgen voor de gezondheid hebben. Ernstig wordt het pas als het kind alleen nog maar een hapje van een bepaalde soort voedsel wil, gaat bijten of helemaal niet meer eet of drinkt. Bij gehandicapte kinderen kan de aandoening ook een rol spelen. Dergelijk gedrag kan tot ver in de basisschoolleeftijd aanhouden.

De nieuwe behandelwijze is gebaseerd op gedragstherapie en uitgetest in instituut Groot Klimmendaal in Arnhem. Bij de therapie spelen de ouders een belangrijke rol, want voor hen begint volgens de BOSK een soms jarenlange lijdensweg als het eetprobleem een feit is. Bij het boek hoort een cd–rom met videobeelden van de gedragsproblemen en de gevolgde behandeling.