Straatmuziek: hout en koper klinken over het water
Reinier Sijpkens roept met zijn kleurrijke muziekboot altijd reacties op. Eerst verbazing, dan een glimlach.
„Ahoy, IJsselstein!” Deze middag voert Sijpkens uit in de grachten van de Utrechtse stad. Het bootje trekt bekijks. Ramen zwaaien open, bewoners lopen de tuin in, fietsers stappen af. Twee kleuters staan met open mond aan de waterkant. Ze krijgen een „privéserenade voor twee prinsessen”: een lied van Schubert.
Sinds zijn 24e treedt Sijpkens (58) op. Het meeste leerde hij zichzelf. Inmiddels is de Soestenaar ook in het buitenland op veel plekken een bekende verschijning. Hij zet een muziektent neer op een bedrijfsfeest, vormt bruiloftsgasten om tot een levend carillon. Maar verreweg het bekendst is hij vanwege zijn muziekboten, vijf stuks. Eén grote, met een ingebouwd ”kerkorgelcarillon”. En meerdere kleine bootjes, waarop Sijpkens een draagbaar, speciaal voor hem gemaakt draaiorgeltje kan plaatsen.
Hij noemt zich geen muzikant, maar een performer. Geeft geen concerten, maar verzorgt happenings. Wat het verschil is? „Als straatmuzikant betrek ik mensen én de omgeving bij de muziek. Regelmatig breng ik mensen op een brug een serenade alsof ze op hun balkon staan. Of fluit ik samen met de vogels.”
Behendig laveert Sijpkens door de grachten van IJsselstein. Vandaag in zijn favoriete bootje ”De notendop”. Het ligt hem na aan het hart. „Ik hoop er ook in begraven te worden.” Met één hand bedient hij het draaiorgeltje, met één hand bespeelt hij de flügelhorn – een koperen blaasinstrument. Om het bootje te besturen, heeft hij zijn elleboog nog over. De orgeltonen van de houten bourdonpijpen dragen ver en mengen vlekkeloos met het warme geluid van het koper. Een adagio van Mozart, een pianowerk van Satie of een tango. Van allerlei klassieke en lichte muziek maakte hij arrangementen van zo’n twee minuten.
De coronacrisis raakte Sijpkens werk hard, vertelt hij. Binnen 24 uur verdwenen alle boekingen in binnen- en buitenland. Twee dagen zat hij binnen, toen begon hij met het organiseren van ”troosttours”. Onbetaald voer hij langs de ramen met muziek. „Ik heb het als een fantastische tijd ervaren, helemaal niet zwaar. Een van mijn stelregels is: maak van de nood een noot. Het is geweldig om niet met geld bezig te hoeven zijn. Ik verdien genoeg om tevreden te zijn.”
Hij is „in zijn bestemming gekomen” – zo omschrijft de muzikant zijn levenswerk. „Nooit heb ik overwogen een andere richting in te slaan. Ik zou wel gek zijn als ik dat voor geld zou doen. Ik werd eens gebeld door een Amerikaans bedrijf. Hun directeur zag me tijdens een bezoek aan Nederland spelen. Die vijf minuten leidden ertoe dat hij zijn bedrijf verkocht. Hij zei: „Ik zag de vrijheid die deze man heeft”.”
De IJsselsteiners wacht nog een verrassing. Als het bootje langs de Maartenskerk vaart, mengt de beiaard van de toren zich met de watermuziek. Sijpkens werkt regelmatig samen met beiaardier Boudewijn Zwart. „Als er maar één iemand hiervan een glimlach krijgt, is ons werk geslaagd.”
serie
Straatmuziek
Dit is het tweede deel in een vierdelige serie artikelen over (klassieke) muziek die op straat klinkt. Over twee weken deel 3.