De moord op Palme op 28 februari 1986 is nog altijd onopgelost. De politie dacht eind jaren ’80 met Pettersson, een beroepscrimineel met een groot aantal veroordelingen aan zijn broek, de moordenaar van de premier te pakken te hebben. Nadat hij in eerste aanleg was veroordeeld werd Pettersson in hoger beroep vrijgesproken, onder meer omdat de politie er niet in slaagde het moordwapen boven water te krijgen. Pettersson zelf heeft altijd volgehouden wel degelijk de moordenaar van Palme te zijn. Ook Palme’s vrouw Lisbet heeft hem gedentificeerd als de schutter die haar man na een bioscoopbezoek in het centrum van Stockholm in haar aanwezigheid doodschoot.

Het gerechtelijk onderzoek naar de moord op Palme is nooit gesloten. Met enige regelmaat duiken ’nieuwe’ aanwijzingen op in de zaak. Vorig jaar kwam een Zweedse zakenman met het verhaal dat een Zuid–Afrikaanse veiligheidsagent Palme heeft vermoord wegens diens felle verzet tegen de apartheid en steun voor het Afrikaans Nationaal Congres. Maar ook voor dit verhaal, dat gebaseerd zou zijn op onderzoek in de archieven van de Zuid–Afrikaanse geheime dienst, is geen bewijs gevonden.