Europese discussie over Turkije komt in eindfase
De vroegere Duitse bondskanselier en één van de aartsvaders van de huidige Europese Unie Helmut Kohl was binnenskamers altijd heel stellig. Turkije kan niet toetreden tot de Europese Unie. Een overwegend islamitisch land hoort volgens Kohl niet in de EU thuis. Een speciale relatie met dito handelsakkoord is volgens hem het meest haalbare.
De stelling van Kohl zal de komende maanden vaak terugkeren. Het zeer waarschijnlijk positieve advies, dat de Europese Commissie volgende week zal presenteren, om onderhandelingen met Turkije te beginnen over het EU–lidmaatschap, brengt een al jaren aanslepende discussie over de grenzen van de Europese Unie in een eindfase.
Hevige voorstanders van volledige Turkse integratie in de EU, onder wie minister Bot van Buitenlandse Zaken en de Britse regering, betogen dat Turkije als Europese lidstaat de beste garantie is tegen islamitisch fundamentalisme aan de buitengrenzen van de EU. Een stabiel en welvarend Turkije zal hooguit een gematigde versie van de islam aanhangen en als trouw NAVO–lid een dubbel slot op de Europese grendel zijn. Reden waarom ook de Amerikaanse president Bush bij Europa aandringt op onderhandelingen met Ankara.
Turkije diende al in 1963 een officiële aanvraag in om toe te kunnen treden tot de EU. Jarenlang bleef Ankara in het ongewisse. Geen enkele EU–leider durfde te zeggen wat velen in stilte dachten: een islamitisch land kan beter geen EU–lid worden. Kohl doorbrak die stilte, als hij onder collega’s was. De Franse oud–president Giscard d’Estaing herhaalde Kohls woorden vorig jaar in het openbaar.
In 1999 besloten de Europese leiders in Helsinki echter wel dat Turkije een kandidaat–lidstaat is, maar dat onderhandelingen nog niet konden beginnen. De term ’kandidaat–lidstaat’ heeft in Ankara hoge verwachtingen gewekt. In 2002 zou een besluit vallen, zo werd de Turken meegedeeld. Dat besluit bleef twee jaar terug echter uit, wegens de koudwatervrees over officiële toetredingsonderhandelingen met een sterk islamitisch land. Al wilde weer niemand dat toen zo gezegd hebben.
Turkije kreeg in 2002 nog een lijstje met huiswerk mee. Op het gebied van mensenrechten moesten nog tal van eisen worden vervuld. Inmiddels zegt de Turkse premier Erdogan het merendeel van die eisen te hebben ingewilligd. Verder uitstel is volgens hem niet geboden.
Europees commissaris Verheugen (uitbreiding) was de afgelopen weken redelijk overtuigd van de vooruitgang in Turkije. „Er liggen geen verdere obstakels op tafel”, zei hij na een gesprek met de Turkse premier Erdogan in Brussel. Tijdens dat onderhoud van vorige week poetste Erdogan nog snel de forse vlek weg, die was ontstaan door plannen om overspel strafbaar te stellen. Uiteindelijk is een plan voor wetgeving daarover weer ingetrokken.
Premier Balkenende zei begin juli bij aanvang van het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie dat de vraag of een land overwegend islamitisch is geen rol mag spelen. „Het gaat niet om religie”, aldus de premier. Hij streeft naar een objectief oordeel aan de hand van het voortgangsrapport van Verheugen, waarover de Europese Commissie volgende week woensdag vergadert.
Binnen de commissie zijn eurocommissaris Bolkestein en zijn Oostenrijkse collega Fischler notoire tegenstanders van Turks lidmaatschap, hoe ver dat ook weg kan zijn. Onderhandelingen zullen namelijk zeker een jaar of tien in beslag nemen. Bolkestein vreest dat Turkse opname in de unie uiteindelijk ook de deur openzet voor landen als Wit–Rusland of Oekraïne.
Uiteindelijk moeten de EU–lidstaten beslissen, op een Top eind december onder leiding van Balkenende. Oostenrijk is de grootste verklaarde tegenstander. De Oost–Europese nieuwkomers in de EU hebben zich nog op de vlakte gehouden, maar lijken bereid uiteindelijk de grote lidstaten te volgen. Polen is als enige ronduit voor lidmaatschap, in de hoop daardoor de deur voor Oekraïne inderdaad te kunnen openen.
Frankrijk twijfelt nog. President Chirac is eigenlijk wel gewonnen voor gesprekken met Turkije, maar het kader van zijn partij UMP is tegen. Chiracs mogelijke opvolger en toekomstig UMP–voorzitter Sarkozy pleitte de afgelopen dagen nog voor een referendum in eigen land over Turks EU–lidmaatschap. Zo’n referendum lijkt weinig kans van slagen te hebben.
De christen–democraten in het Europees Parlement tonen zich verder ook tegenstander van onderhandelingen. Het EP mag echter alleen een advies geven over de vraag of Turkije rijp is voor echte gesprekken, die doorgaans alleen erop gericht zijn een kandidaat zo snel mogelijk de Europese regelgeving over te laten nemen.
Samen met Oostenrijk zien de Europese christen–democraten nog een tussenoplossing: Turkije een speciale relatie met de EU geven. Ankara is daar echter niet van gediend. „We gaan echt praten of anders maar niet”, stelde premier Erdogan twee jaar geleden al. Toen slikte hij nog uitstel. Nu wil hij hom of kuit.