Beperkte rechten verdachten voor militaire tribunalen
Terroristen die in de VS zullen terechtstaan voor militaire tribunalen hebben wel een mogelijkheid tot beroep, maar niet bij een gewone (civiele) federale rechtbank of bij het hooggerechtshof in Washington.
Dit blijkt uit een eerste briefing van parlementariërs door vertegenwoordigers van het ministerie van Defensie over de omstreden militaire tribunalen die president Bush in november introduceerde om buitenlandse terroristen te berechten. Volgens minister van defensie Donald Rumsfeld zouden de VS zulke militaire tribunalen overigens alleen willen inschakelen om terroristen te berechten wanneer hun eigen land niet bereid is om hen te vervolgen.
Wanneer terroristen veroordeeld worden, kan een speciale commissie -waarvan de leden worden benoemd door de president- bekijken of beroep mogelijk is. Een gewoon beroep bij een federale rechtbank is niet mogelijk. Straffen kunnen alleen worden uitgesproken als tweederde van de leden van het college van rechters het daarover eens is. Doodstraffen moeten unaniem worden uitgesproken. Verdachten hebben recht op verdedigers die de overheid betaalt als men onvoldoende financiële middelen heeft. De pers wordt bij de tribunalen toegelaten, tenzij er sprake zou zijn van „vertrouwelijke” informatie.
Volgens de mensenrechtenorganisatie Amnesty International betekenen deze regels dat buitenlanders die van terreurdaden worden beschuldigd minder rechten hebben dan Amerikaanse verdachten. Sommige politici uitten ook reserves. „Als de autoriteiten zulke tribunalen op een brede schaal gaan gebruiken dan heb ik mijn twijfels. Als het een paar uitzonderlijke gevallen betreft, dan kan men wat mij betreft z’n gang gaan”, aldus senator Byron Dorgan. Er zouden tot nu toe geen plannen bestaan om een van de buitenlandse terroristen die worden vastgehouden op de Amerikaanse basis Guantánamo op Cuba via een militair tribunaal te berechten. De tribunalen lijken veel op gewone krijgsraden, met het verschil dat de president een belangrijke invloed heeft op de samenstelling van het college van beroep en op de uiteindelijke strafexecutie van veroordeelden.