Overlevenden genocide Srebrenica herdenken slachtoffers in mars
Tientallen overlevenden van de genocide in het Bosnische Srebrenica 25 jaar geleden, hebben een mars gelopen door de wouden van Oost-Bosnië om het bloedbad te gedenken. Bosnisch-Servische gevechtseenheden brachten rond de 8000 moslimmannen en -jongens om het leven na de val van de enclave, die door een kleine eenheid lichtbewapende Nederlandse blauwhelmen niet kon worden beschermd.
De route van de mars was dezelfde die vele moslimmannen en jongens namen in een poging te ontkomen aan de Bosnisch-Servische troepen. De organisatoren van de mars stonden vanwege de coronapandemie niet toe dat nog meer mensen met de mars meeliepen. Ook kon de vredesmars niet zoals gewoonlijk in het dorp Nezuk van start gaan vanwege een toenemend aantal besmettingen daar.
Met mondkapjes en Bosnische vlaggen passeerden de deelnemers van de mars de massagraven waarin de lichamen van duizenden slachtoffers de afgelopen decennia werden teruggevonden. „Wij geven een signaal af aan onze kinderen, opdat zij niet vergeten wat er in Srebrenica is gebeurd”, aldus een deelnemer. „Ik hoop dat niemand ooit nog slachtoffer wordt van genocide.”
Bosnisch-Servische troepen, aangevoerd door generaal Ratko Mladic, vielen een kwart eeuw geleden Srebrenica aan, toen een enclave onder bescherming van de Verenigde Naties waar zo’n 40.000 moslimvluchtelingen waren samengedromd. Na de val van de enclave op 11 juli, werden de vrouwen gescheiden van de mannen en de jongens, die door de Bosnische Serviërs werden vermoord.
Dit jaar zal de massaslachting vooral worden herdacht met tentoonstellingen en conferenties. Acht recentelijk geïdentificeerde slachtoffers worden op 11 juli begraven. „Deze mars is droevig, deprimerend. Het is vreemd zonder mensen”, aldus Ramo Kadric, die tot de 15.000 mannen en jongens behoort die wel wisten te ontkomen. „Het doet me denken aan de oorlog.”