Wilders zwijgt niet en ‘blijft strijden om de beerput te openen’
PVV-leider Geert Wilders heeft in zijn laatste woord voor het gerechtshof gezegd „dat hij nooit zal zwijgen”. Niet over zijn politieke denkbeelden en ook niet over het proces tegen hem, dat in zijn ogen politiek gestuurd is. Volgens Wilders is na alle zoektochten op het ministerie van Justitie nog steeds niet alles boven tafel waarmee hij dit wil staven. „We weten nog lang niet alles. Ik zal ervoor blijven strijden dat de beerput helemaal opengaat. Ik zal de verantwoordelijken politiek en juridisch achtervolgen tot de hele waarheid boven tafel is.”
Hij riep het hof op zich niet te laten lenen voor „ambtelijke spelletjes en het juridiseren van een politiek debat”. Wilders benadrukte dat hij als politicus moet kunnen zeggen dat er een „levensgroot probleem is met zowel de islam als met Marokkanen”. Hij wees op statistieken waarin Marokkanen oververtegenwoordigd zijn in de criminaliteit, terrorismezaken en werkloosheid. „Maar ik ben geen racist, ik haat niemand en ik heb geen hekel aan Marokkanen”, zei hij.
Zijn gewraakte uitspraken over „minder Marokkanen” deed hij tijdens de verkiezingstijd, benadrukte hij. „Dat zijn geen college-avonden. Ik heb niets verkeerd gezegd of gedaan.” Bovendien zei Wilders dat hij meteen voor de camera’s een toelichting gaf over wat hij bedoelde en sluit het aan op het verkiezingsprogramma. Daarin wordt onder meer vrijwillige remigratie bepleit van mensen die naar hun thuisland willen terugkeren, aldus de politicus.
De afgelopen zes jaar, waarin de vervolging en berechting speelden, heeft hij als „ware hetze en een juridische martelgang” ervaren. Hij verwees naar optochten van burgemeesters die met koffie en gebak en fanfaremuziek hele stoeten mensen begeleidden naar een plek waar ze aangifte konden doen. Politie zocht mensen op in moskeeën om te helpen met aangiften, memoreerde Wilders.
Hij vindt het des te wranger dat hij maandelijks brieven krijgt van het OM waarin hem wordt meegedeeld dat niets wordt gedaan met honderden doodsbedreigingen tegen hem, „omdat het te veel opsporingscapaciteit vergt”. Wilders wordt sinds 2004 beveiligd. Hij hoopt dat het gerechtshof hem „de enige vrijheid die ik nog heb - die van vrije meningsuiting” - niet afpakt. Hij wil dat het hof hem vrijspreekt of het OM niet bevoegd verklaart in de vervolging.