Ramp met veerboot Estonia herdacht
In Zweden, Finland en Estland is dinsdag uitvoerig de ramp met de veerboot Estonia van tien jaar geleden, in de vroege ochtend van 28 september 1994, herdacht. Bij de schipbreuk op de Oostzee vonden 852 mensen de dood. Het was de grootste zeeramp in vredestijd in de moderne Europese geschiedenis.
In de Estlandse hoofdstad Tallinn legden president Arnold Ruutel en premier Juhan Parts bloemenkransen bij het inktzwarte marmeren monument voor de slachtoffers. Honderden belangstellenden, onder wie familieleden van slachtoffers, woonden de plechtigheid bij.
In het Zweedse Stockholm legde koning Carl XVI Gustaf een bloemenkrans bij een granieten muur met de namen van alle doden, onder wie ongeveer 500 Zweden. In de stad Nauvo, in het zuidwesten van Finland, werd maandag een monument met een plaquette onthuld. Nauvo was de plaats waar de 137 overlevenden en de 95 geborgen lichamen na de ramp naartoe werden gebracht.
De meeste slachtoffers waren afkomstig uit Zweden en Estland. Er was ook één Nederlands slachtoffer, Tom de Klerk, een 32-jarige vrachtrijder uit het Zeeuwse Kapelle.
Ondanks toezeggingen is het schip niet geborgen en hebben de slachtoffers dus geen begrafenis op het vasteland kunnen krijgen. Ook is niemand voor de rechter gedaagd.
Volgens de autoriteiten kan een ramp zoals die met de Estonia niet meer plaatsvinden, omdat sindsdien de reddingsvoorzieningen en de veiligheidsmaatregelen aanzienlijk zijn verbeterd. Zweedse parlementariërs hebben echter vorige week opgeroepen tot een nieuw onderzoek. Zij zeggen dat er nog altijd vragen zijn over de oorzaak van de ramp.
Deskundigen opperden destijds allerlei oorzaken voor de ramp, zoals vooral de zwakke constructie van de boegklep, en velen spraken elkaar tegen. Het schip zou te snel hebben gevaren, Duitse experts vermoedden zelfs een terreurdaad. Een Brits onderzoeksbureau noemde het schip niet zeewaardig. Vaststaat dat door de ongunstige weersomstandigheden en niet goed afgesloten boegdeuren water naar binnen stroomde, waardoor de grote veerboot zonk.
Maandagnacht kwam een veerboot van de Stena Line met 620 passagiers aan boord tussen Polen en Zweden in de problemen doordat de motor uitviel. Het schip dreef een halfuur stuurloos rond voordat het mankement kon worden verholpen en het schip kon doorvaren naar het Zweedse Karlskrona. De noodverlichting deed het echter wel en reservesystemen zorgden voor de communicatie en de radar, zei Stena Line-woordvoerder Joakim Kenndal. „De passagiers zijn op geen enkel moment in gevaar geweest”, verzekerde hij.