Nederland in de toekomst drukker, diverser en grijzer
Meer migratie is de enige optie om de economie op peil te houden. Dat blijkt uit een dinsdag gepresenteerd bevolkingsonderzoek, uitgevoerd in opdracht van de Tweede Kamer. Het rapport tekent een toekomstbeeld van een vol en vergrijsd Nederland.
Drukker, diverser en dubbelgrijs, zo vatten het demografisch instituut NIDI en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) het toekomstplaatje voor 2050 samen. Met dubbelgrijs bedoelen ze dat het aantal 80-plussers de komende dertig jaar zeker verdubbelt, of misschien zelfs verdrievoudigt als de levensverwachting sterk stijgt.
Terwijl de babyboomgeneratie met pensioen is, daalt het werkende deel van de bevolking met een miljoen. Wat ook zeker is: het aantal mensen met een migratieachtergrond neemt toe. „Zelfs als er weinig nieuwe immigratie is”, zegt hoofdonderzoeker Joop de Beer. Hij doelt op de tweede generatie migranten die nu al in Nederland is. „Hun kinderen gaan straks de arbeidsmarkt op.” Volgens de prognose stijgt het aantal inwoners met een migratieachtergrond van 24 procent nu naar 36 procent in 2050.
Toch ligt de toekomst voor de komende dertig jaar niet vast. „We willen de politiek laten zien dat er wat te kiezen valt”, legt De Beer uit. Daarom schetst het onderzoek vier scenario’s. Ook mengvormen daarvan en andere opties zijn denkbaar.
Lerarentekort
„Als je de economie wilt laten groeien, red je het niet zonder meer migratie”, stelt De Beer. „Anders krimpt de beroepsbevolking.” Het helpt wel enigszins dat de AOW-leeftijd stijgt. „Maar dat is lang niet genoeg om het effect van de vergrijzing op te vangen.”
De onderzoekers benadrukken dat meer of minder migratie een politieke keuze is. „Maar als een politieke partij tegen migratie is, betekent dat wel dat mensen langer moeten blijven werken. Of dat veel meer vrouwen voltijds de arbeidsmarkt op moeten.”
Wie zich zowel tegen een hogere AOW-leeftijd als tegen migratie uitspreekt, loopt dus ergens spaak. „Want de beroepsbevolking wordt kleiner, terwijl meer ouderen zorg nodig hebben.”
Een hoger geboortecijfer lost het vraagstuk volgens de onderzoeker niet op. Sterker nog: dat vergroot de demografische problemen alleen maar. „Omdat die kinderen de komende 20 tot 30 jaar onderwijs en kinderopvang nodig hebben. Nu al is er een lerarentekort. En door de vergrijzing zijn er ook meer mensen in de zorg nodig.” De komst van migranten heeft juist een onmiddellijk effect op de beroepsbevolking.
Daarbij komt dat een hoog kindertal hoog moet blijven om een nieuwe babyboom te voorkomen.
Gezinsuitbreiding
Onzeker is nog wat de impact van de coronapandemie is op de scenario’s. Wel denkt De Beer dat de dichte grenzen en daardoor dalende migratie van groter invloed zijn dan de sterftecijfers. „De meeste mensen die overleden door corona zouden in 2050 ook niet meer leven.”
Een economische crisis heeft ook gevolgen voor het kindertal. Mensen krijgen volgens De Beer eerder kinderen als ze optimistisch zijn, vertrouwen in de toekomst hebben en zekerheid over hun baan. „Als de flexiblisering van de arbeidsmarkt doorzet, maakt dat jonge generaties onzeker. Gezinsuitbreiding stellen ze dan uit.”