Harpiste Arrianne Schipper: Persoonlijk verdriet componist klinkt door in zijn muziek
Ze kent de muziek al bijna net zo lang als dat ze harp speelt. Harpiste Arrianne Schipper (34) uit Utrecht geniet nog steeds van ”The Minstrel’s Adieu to His Native Land” van componist John Thomas. Een compositie vol weemoed, maar niet zonder hoop.
Zonlicht tekent kleuren op de vloer van de Nieuwe Westerkerk in Leidsche Rijn. Schuin voor het glas-in-loodraam stemt Arrianne Schipper haar harp. Het onweer van de vorige dag heeft het instrument geen goed gedaan, zegt ze. Even later klinken de warme klanken door de kerk.
Nog niet zo lang geleden beviel de harpiste van haar tweede kind. Dit is de eerste keer dat ze weer in het openbaar speelt. Uit het hoofd, want het stuk kan ze dromen.
De keuze voor deze muziek was niet zo moeilijk, vertelt Schipper. Al vrij snel nadat ze begon met harples kwam ze ”The Minstrel’s Adieu to His Native Land” (vertaald ”Het vaarwel van de minstreel aan zijn geboorteland”) op het spoor. „Vanaf het begin speelde ik dit stuk graag. Voor mij was het toen natuurlijk wel een technisch hoogstandje. Ik heb er jarenlang op moeten studeren voor ik het goed kon spelen.”
De compositie van de Engelse componist John Thomas (1826-1913) heeft een bijzondere betekenis voor de harpiste. Ze speelde het stuk onder meer op concoursen en op haar toelatingsauditie voor het conservatorium in Utrecht. „De muziek treft me steeds weer. Ik raak er niet op uitgekeken. Nu speel ik het stuk ook heel anders dan in het begin, toen ik het net onder de knie had.”
”The Minstrel’s Adieu to His Native Land” gaat over een minstreel, een rondreizende kunstenaar, die onderweg verlangt naar zijn geboorteland. „In veel herbergen hing een harp, waar rondtrekkende reizigers op konden spelen. Volgens het motto van dit stuk schenkt deze minstreel zijn harp aan een herberg en hoopt hij herinnerd te worden.”
Flageolet
Het is een compositie die door de dynamische verschillen veel emotie oproept. Schipper denkt dat Thomas hiervoor putte uit zijn eigen leven. „Hij heeft veel meegemaakt. Op latere leeftijd trouwde hij; maar zijn vrouw overleed al na twee jaar. Dit stuk moeten we denk ik plaatsen net na dat overlijden.”
Thomas speelde zelf ook harp en was harpdocent aan het Royal College of Music. In het stuk gebruikt hij meerdere technieken die typerend zijn voor het snaarinstrument. „De compositie begint met een thema, waarna er vier variaties volgen. In elke variatie is een andere techniek te horen”, legt Schipper uit.
Ze speelt een stukje uit het midden, waar de klank ineens totaal anders lijkt. „Dat is de flageolet. Je klemt de snaar af met de muis van je hand, zodat er maar een halve snaar overblijft.” Ze doet het voor. „Op die manier krijg je een halve toon.” Schipper laat horen hoe snel het mis kan gaan; dan blijft er slechts een nietszeggende ‘plok’ over.
Net als de vleugel en de piano heeft ook de harp pedalen: zeven in totaal. Die zijn om de snaar met een halve toonsafstand te verhogen of te verlagen. Met zo’n kleine aanpassing roept Thomas een totaal andere sfeer op richting het einde van het stuk, laat Schipper horen. De klanken worden rijker, de muziek neemt een wending. „Dat is mijn favoriete gedeelte.”
De muziek is bij vlagen weemoedig. Schipper speelt het gedeelte met de flageolet. „Hier weet Thomas als het ware niet meer hoe hij verder moet.” De variatie daarna is snel en meeslepend. „Hij is boos. Agressief zelfs.”
Het lijkt of de muziek door de variaties heen steeds heftiger wordt. Schipper, niet gehinderd door bladmuziek, gaat er helemaal in op. Als ze soleert, vertelt ze, speelt het overbrengen van de emotie van een stuk een belangrijke rol. „Ik ben dan de enige die kan vertolken wat dat gevoel is.”
Hout
De Utrechtse kan zich haar eerste ontmoeting met de harp nog levendig herinneren. „Ik speelde blokfluit, maar mijn docent raadde me aan eens een ander instrument te proberen. Dus ging ik naar de open dag van de muziekschool. In de eerste zaal die ik binnenliep, stond een harp. Ik ben niet verder gekomen dan die ene zaal.”
Nog steeds voelt de harpiste zich volkomen vertrouwd met haar instrument, een harp gebouwd door de Zwitser Gérard David. „Je omarmt de harp en voelt meteen wat je doet als je speelt. Het geluid is natuurlijk. Dat komt ook doordat er natuurlijke materialen, zoals hout, gebruikt zijn.”
Onmiskenbaar hangt er ook nu rond de harp een zweem van betovering. De mooi gevormde bovenkant, de snaren –47 stuks– die zichtbaar trillen, de volle klank die door de gloednieuwe kerk golft.
Na de grote climax komt de muziek weer tot rust. Thomas brengt het thema van het begin terug. Gebroken akkoorden lossen op in de bijna lege ruimte. „Alsof de componist berust in zijn lot. De luisteraar komt zo ook tot rust. Er is hoop voor de toekomst.”
Arrianne Schipper
Arrianne Schipper (1985) wordt in Rotterdam geboren. Ze krijgt haar eerste muzieklessen als ze zes jaar is; vanaf haar achtste volgt ze harples bij verschillende docenten. Later gaat ze harp studeren aan het conservatorium in Utrecht bij Erika Waardenburg, waar ze in 2010 haar bachelordiploma behaalt. Aansluitend volgt ze een tweejarige masteropleiding bij Manja Smits aan het ArtEZ Conservatorium in Arnhem. Begin juli 2012 behaalt ze daar haar diploma als Master of Music.
Schipper doet voorafgaand aan haar conservatoriumstudie mee aan diverse concoursen, waar ze meerdere eerste en tweede prijzen ontvangt. Ze volgt masterclasses bij onder anderen Hans den Brok, Emilia Moskvitina en Elinor Bennett.
Schipper treedt geregeld op, zowel in ensemble- en orkestverband als solistisch. Ook begeleidt ze regelmatig koren en is ze te horen op begrafenissen, bruiloften en feesten.
Sinds 2005 heeft Schipper een eigen lespraktijk in De Meern en Utrecht; op dit moment geeft ze les aan ruim dertig leerlingen.
Ze bespeelt een harp van David, afkomstig uit Zwitserland.
serie Mijn muziekstuk
In de serie ”Mijn muziekstuk” voeren musici voor de camera hun favoriete muziekstuk uit en vertellen het verhaal achter de compositie. Dit is de slotaflevering.