De eilanden kampen met grote economische problemen omdat de toerismesector volledig is weggevaagd door de coronacrisis. Daarom willen zij geld van Nederland, maar dat vraagt daar hervormingen voor terug. Zo moeten ambtenaren een deel van hun salaris inleveren. De gesprekken verlopen daarom al langere tijd moeizaam.

„Wij zijn niet tegen hervormingen, wij hebben ze ons zelf opgelegd”, zei Anthony Begina van Curaçao na de Rijksministerraad. Maar Nederland wil te snel. „Ik denk dat de druk te hoog is.” Bovendien missen de eilanden de mensen en kennis om hervormingen zo snel door te voeren. De mensen die dat moeten gaan doen, zijn nu nog druk bezig met de bestrijding van de coronacrisis.

De eilanden praten met het kabinet over een derde steunpakket. Er is volgens staatssecretaris Raymond Knops (Koninkrijksrelaties) inmiddels ongeveer 350 miljoen euro aan steun voor de eilanden uitgegeven. Als de toeristen wegblijven en de economieën niet op gang komen, kan dat volgens hem „oplopen richting de miljard euro”.

Volgens de gevolmachtigde ministers moeten aan de eilanden niet dezelfde eisen worden gesteld. „Er wordt steeds gegrepen naar een generieke maatregel. Er wordt geen rekening gehouden met de onderlinge verschillen. Daar hebben wij moeite mee”, aldus Guillfred Besaril van Aruba. „De situatie op Sint-Maarten is na de verwoestende orkaan totaal anders dan op Curaçao.”

Volgende week vrijdag moet de knoop over het steunpakket worden doorgehakt, aldus René Violenus van Sint-Maarten. Ze hopen maandag de voorwaarden voor de steun te krijgen. „Wij vragen niet om giften”, benadrukte Begina. „Alleen om leningen die wij alleen van Nederland kunnen krijgen.”

Op Curaçao braken onlangs rellen uit. Mensen keerden zich tegen de bezuinigingen. Er waren vernielingen, brandstichtingen en tientallen mensen zijn opgepakt. Het is inmiddels weer rustig. Besaril verwacht op Aruba nog geen rellen. Het wordt wel „steeds grilliger”, maar „honger maakt monsters en dat willen we voorkomen”.