Herlevend dualisme in de Kamer
De coalitiepartijen in de Tweede Kamer versleutelen de rijksbegroting voor bijna een miljard euro. Niet eerder ging het jaarlijkse kabinetsvoorstel voor zo’n groot bedrag op de schop. Teken van herlevend, maar nog wel broos dualisme.
Hoe ging het ook alweer in de paarse tijd? Wel, fractieleiders als Melkert (PvdA), Dijkstal (VVD) en De Graaf (D66) waren kind aan huis in het Torentje van premier Kok. Daar werden tijdens wekelijkse broodjes kaas telkens weer de klokken gelijkgezet. En als links en rechts, rood en blauw eenmaal tot een zakelijk compromis waren gekomen, viel er voor de oppositie in de debatten nauwelijks nog eer te behalen.
Grote klacht over de paarse samenwerking was dat de verschillen tussen de partijen vervaagden. Veel burgers hadden het gevoel dat er nauwelijks iets te kiezen viel. De leiders van de coalitiefracties waakten er zorgvuldig voor zich al te zeer te profileren ten opzichte van het kabinet. Werd hun koers te kritisch, dan konden ze rekenen op een uiterst nukkige Kok, met taai brood en oude kaas, zogezegd.
Kabinet en coalitiefracties gingen doorgaans hand in hand. Zelfs -of misschien wel juist- tijdens algemene politieke beschouwingen. Voorgekookte beslissingen en een niet al te zelfstandige rol van de Tweede Kamer. Politiek-bestuurlijk heel effectief, maar maatschappelijk ongewenst. Dat was wat iemand als Pim Fortuyn onderkende. Hij mobiliseerde een massaal verzet tegen handjeklap in achterkamertjes.
De huidige prominenten in politiek Den Haag hebben daarvan geleerd. Fractieleiders als Verhagen (CDA), Van Aartsen (VVD) en Dittrich (D66) komen niet meer in het Torentje. Natuurlijk bellen ze allemaal wel eens met Balkenende, maar van structureel overleg is geen sprake meer. De Kamer speelt een eigen rol en de coalitiefracties bewaken elk scherp hun identiteit, luidt de nieuw-politieke filosofie.
Zo kon het zijn dat vorig jaar tijdens de algemene en financiële beschouwingen de grootste oppositiepartij, het CDA, ineens een vrij kritische toon koos. Er moest meer compensatie komen voor chronisch zieken en gehandicapten. In een open debat met het kabinet kwam er alsnog een bedrag van een kleine 200 miljoen euro uit de mouw van minister Zalm van Financiën. Teken van herlevend dualisme.
Toch was dat nog klein bier vergeleken met wat er dit jaar aan de hand is. Namens de gehele coalitie, de meerderheid van CDA, VVD en D66, presenteerde CDA-voorman Verhagen dinsdag voor een miljard aan alternatieve voorstellen. De onderwijsbezuinigingen moeten teruggedraaid, het grijze kenteken voor bedrijfswagens blijft bestaan en de drastische plannen voor het vroegpensioen worden iets versoepeld.
De Kamer vaart daarmee een behoorlijk zelfstandige koers. Zij geeft invulling aan haar eigen taak en verantwoordelijkheid en stelt zich dus dualistisch op. Toch is het elke kenner tevens duidelijk dat de manier waarop dat gebeurt absoluut geen schoonheidsprijs verdient. Immers, het zijn slechts de coalitiefracties die de scepter zwaaien. Van een werkelijk open debat, met kansen voor de oppositie, is vandaag en morgen geen sprake.
Diverse malen vergaderden de fractieleiders van CDA, VVD en D66 om tot één gezamenlijk voorstel te komen. Dat maakt het dualisme weliswaar effectiever, maar smoort het debat. Neem de hoogoplopende discussie rond VUT en prepensioen. Reeds op voorhand en eensgezind maakten de coalitiepartijen duidelijk dat zij niets zien in het alternatief dat door een bijna voltallige oppositie op tafel is gelegd.
Verder is over de wijzigingsvoorstellen vooroverleg gevoerd met minister Zalm. Volgens fractievoorzitter Verhagen betrof dit een louter technische doorlichting van de financiële dekking. Dat zal waar wezen, en andermaal effectief, maar het riekt alweer naar het Torentje. Het ligt niet voor de hand dat minister Zalm zich, na zijn technische goedkeuring, er morgen alsnog met hand en tand tegen gaat verzetten.
Wel heeft de vice-premier aangegeven dat de financiële dekking niet het enige is dat het kabinet interesseert. De voorgestelde wijzigingen moeten wel in het bredere kabinetsbeleid passen. Mogelijk ontstaat rond die vraag nog enige discussie. Duidelijk is ondertussen wel dat dualisme niet vanzelf gaat. Het blijft een moeilijk spel, waarbij slagkracht nogal eens op gespannen voet staat met democratie.
Voor dualisme is niet alleen behoedzaamheid, maar ook moed nodig. Een Kamer die zich volledig dualistisch wil opstellen, weet van tevoren niet waar een debat uitkomt. Daarmee is dualisme risicovol: het kan onverhoopt leiden tot het aftreden van een kabinet en tot nieuwe verkiezingen. Zo ver zal het deze week niet komen. De tekenen van herlevend dualisme zijn er, maar het blijft allemaal nog broos.