Lagere boetes NMa voor vijf aanbieders mobiele telefonie
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft de boetes voor de vijf belangrijkste aanbieders van mobiele telefonie in Nederland fors verlaagd. De NMa maakte maandag bekend dat zij in totaal bijna 52,2 miljoen euro vordert, omdat de bedrijven in het verleden afspraken zouden hebben gemaakt over vergoedingen aan verkopers van telefoonabonnementen.
Het gaat om KPN Mobile, Vodafone, Orange, T-Mobile en Telfort. Eind 2002 had de NMa voor dezelfde overtreding nog een boete van 88 miljoen euro opgelegd. Het ging toen om de hoogste boete ooit die de concurrentiewaakhond had uitgedeeld. De telecombedrijven gingen daarna een bezwaarprocedure in.
Volgens de NMa is uit vervolgonderzoek gebleken dat vooral KPN en Vodafone te hoge boetes ontvingen, omdat was uitgegaan van een hogere verkoop via tussenpersonen dan werkelijk het geval was. Beide bedrijven bleken ook via andere kanalen te verkopen, zoals internet en eigen verkooppunten.
Voor KPN is nu een boete vastgesteld van 12,6 miljoen euro tegen 31,3 miljoen eind 2002. Het boetebedrag van Vodafone is teruggebracht van 24 miljoen naar 10,3 miljoen euro.
Door de nieuwe opstelling van de NMa blijkt T-Mobile nu de grootste overtreder te zijn geweest. Het Duitse bedrijf moet 14,8 miljoen euro betalen omdat het relatief veel zaken deed met ketens die abonnementen voor mobiele telefonie verkopen. „Wij hebben toen een sterke groei doorgemaakt”, verklaarde een woordvoerder van T-Mobile. Van Orange en Telfort worden bedragen van respectievelijk 9,9 miljoen en 4,5 miljoen euro geëist. De boetes voor T-Mobile, Orange en Telfort zijn in vergelijking met KPN en Vodafone maar licht verlaagd.
Telfort en Orange kondigden maandag aan bij de rechtbank in beroep te willen gaan tegen het nieuwe boetebesluit. T-Mobile overweegt eenzelfde stap, evenals KPN en Vodafone, die de grootste spelers zijn op de Nederlandse markt. Volgens KPN en Vodafone is de opgelegde boete nog steeds „excessief” in verhouding tot de vermeende overtreding.
Een woordvoerster van de NMa benadrukte dat aan de eind 2002 gepresenteerde feiten niets is veranderd. Vodafone en Ben (nu T-Mobile) namen volgens de NMa het initiatief voor een bijeenkomst met hun concurrenten in juni 2001 in Nieuwegein. De bedrijven hebben toen in onderling overleg de vergoedingen afgestemd die ze aan de diverse belwinkels rekenden. Daarmee voorkwamen ze een concurrentieslag. Ook wisselden de partijen informatie uit over telefoons met beltegoed.