‘Nederland moet meer inzetten op Europese defensie’
Nederland moet veel meer inzetten op het Europese defensie- en veiligheidsbeleid. Den Haag moet daarbij „zoveel mogelijk” aanhaken bij Duits-Franse initiatieven. Op dit moment vormt de NAVO nog de hoeksteen van het Nederlandse defensiebeleid.
Dat schrijft de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) in een document opgesteld op verzoek van de Tweede Kamer. Europa is kwetsbaar geworden en het is daarom voor Nederland noodzakelijk de eigen positie te herzien, meent de AIV.
Het kabinet zou er volgens de adviesraad goed aan doen het Frans-Duits voorstel voor de oprichting van een Europese Veiligheidsraad te steunen. Ook moet Nederland zich scharen achter het idee van een Europees militair hoofdkwartier.
Verder moet Europa inzetten op taakspecialisatie. Dat is nodig om de doelmatigheid te verbeteren. Over het aanschaffen van militair materieel moeten betere afspraken worden gemaakt in de EU en de noodzaak om meer geld uit te geven aan het leger blijft.
Als Nederland invloed wil houden op het Europese defensie- en veiligheidsbeleid is „het tijd voor nieuwe stappen”, concludeert de AIV. Dat is nodig vanwege nieuwe dreigingen voor Europa, het vertrek van de Britten uit de EU en de veranderende verhoudingen met de Verenigde Staten.
„Europa zal veiligheidsvraagstukken, waarvoor de NAVO niet in actie komt c.q. de VS geen directe interesse hebben, zelfstandig het hoofd moeten kunnen bieden”, aldus AIV-lid Joris Voorhoeve. Er moet „pragmatisch” naar de verhouding tussen NAVO en EU worden gekeken.
Voor het kabinet blijft de NAVO het fundament van het defensiebeleid. Wel steunt het meer Europese samenwerking op militair gebied. Een Europees leger wordt nadrukkelijk afgewezen. Daarvoor is ook geen steun in de Tweede Kamer.
De adviesraad verwacht de komende jaren een doorbraak in het Europese defensiebeleid. Dat zal concreet moeten worden tijdens het EU-voorzitterschap van Duitsland in de tweede helft van dit jaar en dat van Frankrijk in 2022.