Minder rechters op een strafzaak om achterstand weg te werken
De door de coronacrisis opgelopen achterstand in de behandeling van strafzaken zal worden weggewerkt door minder rechters op een zaak te zetten. Dat zeggen Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, en strafrechter Michiel de Ridder, voorzitter van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht, in de Volkskrant.
Een strafzaak zal de komende tijd minder snel aan een meervoudige kamer worden voorgelegd en in plaats daarvan door één rechter worden behandeld. Die mag, zoals nu ook geldt, wel maximaal maar een jaar gevangenisstraf opleggen. Het Openbaar Ministerie zal daarnaast vaker strafzaken afdoen met een zogenoemde strafbeschikking.
„We hebben in Nederland 2500 rechters en raadsheren”, zegt Naves. „Weliswaar hebben we er ook ruim 200 in opleiding, maar je trekt niet zomaar een nieuw blik rechters open. Dus hebben we ons afgevraagd: wat kunnen we met de huidige bezetting realiseren?”
De Ridder: „Door minder snel een zaak aan een meervoudige kamer met drie rechters voor te leggen en vaker de politierechter in te schakelen, die zelfstandig rechtspreekt, spelen we rechters vrij.” Als voorbeeld noemt De Ridder verkeersdelicten. „Aanrijdingen met zwaar lichamelijk letsel worden standaard door een meervoudige kamer behandeld. Maar een gebroken sleutelbeen is ook zwaar letsel. Als het slachtoffer daarvan goed herstelt en de schuld van de bestuurder niet zo groot is, kan die zaak ook door één ervaren rechter met kennis van het verkeersrecht worden afgedaan.”