‘Belastingvoordeel elektrische auto duur als groen middel’
De belastingvoordelen voor eigenaren van elektrische auto’s zijn een duur instrument om de uitstoot van koolstofdioxide (CO2) te verminderen. Dat concludeert de Algemene Rekenkamer in een rapport.
Om het bezitten van elektrische auto’s aantrekkelijker te maken, omdat die schoner zijn, krijgen eigenaren fiscale voordelen. Deze zorgen ervoor dat de schatkist behoorlijk wat belastinggeld misloopt, zowel per auto als per bespaarde ton CO2.
Zelfs vergeleken met het geld dat het kabinet per bespaarde ton uitgeeft aan subsidies voor projecten die CO2-uitstoot verminderen, „blijft sprake van relatief hoge bedragen”, aldus de Rekenkamer.
De bijdrage van auto’s die geen CO2 uitstoten „aan luchtkwaliteits- en klimaatdoelen is nog gering in vergelijking met de totale uitstoot van CO2, stikstofoxiden en fijnstof door het wegverkeer”, schrijven de onderzoekers. „Er is nog een forse toename van het aantal nul-emissieauto’s nodig om een substantiële uitstootbesparing te bereiken.”
Ook de fiscale regelingen voor bestelauto’s zijn onder de loep genomen door de onderzoekers. Deze regelingen zorgen er ook voor dat de schatkist flinke belastinginkomsten misloopt, terwijl bestelbusjes juist een „negatieve bijdrage aan het bereiken van luchtkwaliteits- en klimaatdoelen” leveren.
De Rekenkamer adviseert het kabinet de belastingmaatregelen voor zowel bestelauto’s als elektrische auto’s te herzien. Daarbij moet goed worden gekeken hoe proportioneel en effectief die zijn.
Eind vorig jaar kreeg het kabinet al het advies om algemene belastingregelingen voor autobezitters tegen het licht te houden. Het fiscale beleid helpt niet altijd de doelen te behalen, en werkt zelfs veroudering van het wagenpark in de hand waardoor luchtvervuiling kan toenemen, concludeerde de Rekenkamer toen.
De aanbevelingen over bestelbusjesregelingen neemt staatssecretaris Hans Vijlbrief (Fiscaliteit) over, maar datzelfde geldt niet zonder meer voor de adviezen over de belastingvoordelen voor elektrische auto’s.
Opvallend, noemt de Rekenkamer dat besluit. De staatssecretaris wijst naar maatregelen die het kabinet al heeft genomen of aangekondigd maar die sluiten niet altijd aan bij de adviezen, stelt de Rekenkamer.