Limburgers en Brabanders hebben vaker antistoffen in bloed
Bloeddonoren uit Limburg en een deel van Noord-Brabant hebben een stuk vaker antistoffen tegen het coronavirus in hun bloed dan inwoners van andere provincies. Bloedbank Sanquin constateert dat uit een nadere analyse van de ruim 7000 bloedmonsters die tussen 9 en 18 mei zijn getest. In het midden en het oosten van Brabant en in Limburg bleek tussen de 8 en 10 procent van de onderzochte monsters antistoffen te bevatten.
Landelijk was dit 5,4 procent, meldde Sanquin al eerder. Nu heeft de bloedbank de onderzoeksresultaten in regio’s opgesplitst. In het westen van Brabant, een groot deel van Gelderland en delen van Noord-Holland en Utrecht had tussen de 6 en 8 procent antistoffen. Donoren in Drenthe en Flevoland hadden die het minst vaak: tussen de 0 en 2 procent. In de overige provincies ligt het percentage tussen de 2 en 6 procent.
Antistoffen in het bloed tonen aan dat iemand besmet is geweest met het coronavirus. De mate waarin de stoffen worden gevonden bij bloeddonors geven een indicatie van de verspreiding van het virus onder de bevolking. Als mensen het virus al eens hebben gehad, kan hun lichaam in het vervolg beter reageren als het virus weer het lichaam probeert binnen te dringen. Voor het coronavirus staat echter niet vast dat mensen per definitie immuun zijn na een eerste besmetting.
Dat in Limburg en Brabant meer mensen met antistoffen wonen, is in lijn met andere cijfers over de coronapandemie. In de twee zuidelijke provincies raakten relatief ook de meeste mensen besmet en waren ten opzichte van de bevolkingsomvang de meeste ziekenhuisopnames en sterfgevallen.
Uit rapportages van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat in Limburg sinds de uitbraak van het virus eind februari per 100.000 inwoners 435 besmettingen zijn geconstateerd en in Noord-Brabant 377 per 100.000 inwoners. Per 100.000 inwoners stierven er volgens de officiële cijfers in Limburg 67 en in Brabant 60. Ter vergelijking: in Groningen, de provincie met de minste besmettingen, zijn slechts 61 infecties en 3 sterfgevallen per 100.000 inwoners vastgesteld. Overigens gaat het RIVM ervan uit dat de werkelijke aantallen hoger zijn, omdat maandenlang slechts beperkt werd getest.
Sanquin-onderzoeker Hans Zaaijer constateerde eerder al op basis van de landelijke uitkomsten van zijn onderzoek dat zogeheten groepsimmuniteit nog ver weg is en „een vaccin echt de redding moet zijn”. Sanquin heeft nu twee keer donorbloed onderzocht en zou graag een derde meting doen. Of die er komt is nog onzeker. „Daar zijn nog geen concrete afspraken met het RIVM over”, laat een woordvoerster van de bloedbank weten.