Het geld is nodig omdat de vijftien bij de stichting aangesloten culturele instellingen door de gedwongen publiekssluiting van 16 maart tot 1 juni 2020 niet meer (volledig) aan hun vaste lasten kunnen voldoen.

De vijftien, met namen als Kamp Westerbork, Kamp Vught, het Oranjehotel en Oorlogsmuseum Overloon, vervullen volgens Blokhuis een vitale functie. „Zij zorgen ervoor dat verhalen en herinneringen over de verschrikkingen van de oorlog levend blijven, zodat ook toekomstige generaties er van doordrongen blijven dat zoiets nooit meer mag gebeuren”, licht de bewindsman toe. Vanwege het coronavirus zijn de centra en musea vooralsnog maar beperkt toegankelijk.

Op verzoek van het ministerie gaat de stichting na hoe het geld zo eerlijk mogelijk kan worden verdeeld. Het ministerie wil verder samen met het Indisch Herinneringscentrum (IHC) nader bezien hoe groot de financiële impact van de gedwongen publiekssluiting is geweest.