Die stroom werd verwacht, omdat het kabinet prostituees aanvankelijk onder een nieuwe regeling voor kenniswerkers liet vallen. Volgens die regeling mogen mensen van buiten de Europese Unie vrij naar Nederland komen om hier te gaan werken, mits ze hier 45.000 euro per jaar gaan verdienen (of 32.600 euro voor mensen jonger dan dertig jaar).

Onder aanvoering van SGP’er Van der Staaij vroeg een meerderheid in de Tweede Kamer twee weken geleden prostituees alsnog uit te zonderen van de regeling voor kenniswerkers, die op 1 oktober aanstaande van kracht wordt.

De Kamer sprak de vrees uit dat veel prostituees zullen worden gepaaid met ruime contracten, om vervolgens in Nederland weer financieel uitgekleed te worden.

Het kabinet deelde die vrees aanvankelijk niet. Dat kwam de verantwoordelijk minister, De Geus (Sociale Zaken), te staan op het verwijt dat hij de handigheid van bordeelexploitanten en de dynamiek van de mensenhandel onderschat. Gisteren besloot het kabinet op voorstel van staatssecretaris Van Hoof (eveneens Sociale Zaken) alsnog een uitzondering te maken voor prostituees.

De regeling die op 1 oktober van kracht wordt, houdt in dat kenniswerkers geen tewerkstellingsvergunning meer nodig hebben om in ons land aan de slag te gaan. Het doel daarvan is Nederland aantrekkelijk te maken als vestigingsplaats. Het gaat dan om deskundigen op het terrein van ict, wetenschappelijk onderzoek of technologie.

Met de Tweede Kamer erkent het kabinet, in een persbericht, dat prostituees niet gelijkgesteld kunnen worden met andere werknemers, omdat prostitutie weliswaar „een legale, maar geen normale bedrijfstak” is. „Ook bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand wordt prostitutie niet tot reguliere arbeid gerekend.”