Ook maken huishoudens zich minder zorgen over hun inkomen dan twee maanden geleden. Dat meldde het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) maandag op basis van een peiling onder ruim duizend Nederlanders.

„De eerste schrik is weg, maar dat betekent zeker niet dat we achterover kunnen leunen”, zei Nibud-directeur Arjan Vliegenthart, aan de vooravond van het verschijnen van de sombere voorspellingen van het Centraal Planbureau. „Alle experts zeggen dat we aan de vooravond van een recessie staan. Lang niet iedereen merkt dat al, maar juist nu moet er met meer kracht en creativiteit gedacht worden over structurele maatregelen om bijvoorbeeld de aankomende schuldengolf op te lossen.”

Net als in de eerste Nibud-peiling, in april van dit jaar, geeft ook nu een vijfde van de huishoudens aan dat het inkomen sinds het begin van de crisis is gedaald. Opnieuw zijn het vooral de jongeren (tot 35 jaar) die aangeven dat hun inkomen lager is geworden. Zij maken zich meer dan gemiddeld zorgen over bijvoorbeeld baanbehoud en het interen op hun spaargeld.

Wel houden nu minder huishoudens rekening met een inkomensdaling in de komende maanden (12 procent nu tegen 21 procent in april). Het grootste deel van hen denkt dat zij tot een derde minder inkomen zullen hebben.

„De acute steunmaatregelen doen hun werk en dat lijkt zich te vertalen in minder zorgen”, zegt Vliegenthart. „Maar de noodmaatregelen zijn tijdelijk van aard, de onderliggende betalingsproblemen vaak structureel.” Het draait volgens hem om de vraag wat mensen op lange termijn kunnen verwachten. „Hoe zullen hypotheekverstrekkers en verhuurders tegen die tijd regelen dat mensen met minder inkomen toch in hun huis kunnen blijven wonen? Als er niet ook iets anders gebeurt, is het doorschuiven van de rekening naar later uitstel van executie.”