Advocaten in Arnhemse terreurzaak kunnen AIVD nog niet horen
De advocaten van de verdachten in de Arnhemse terreurzaak krijgen voorlopig niet de kans om tijdens het proces agenten van de AIVD te horen als getuige. Dat heeft de rechtbank in Rotterdam besloten, zo maakte de rechter vrijdag op de tweede zittingsdag van het omvangrijke terrorismeproces bekend.
Vijf advocaten hadden de rechtbank woensdag bij de start van het proces gevraagd om de AIVD op te roepen als getuige. Vooral de advocaat van hoofdverdachte Hardi N. is van mening dat de groep in 2018 is uitgelokt door een infiltratieactie van AIVD-agenten. De bewijzen daarvoor zouden staan in berichtenverkeer op een telefoon die bij justitie is zoekgeraakt. Daarom wilden de advocaten de AIVD-agenten horen die zich zouden hebben voorgedaan als jihadistische broeders.
De rechtbank vindt het nog te vroeg voor deze theorie en schuift de beslissing over een verhoor voor zich uit. In een later stadium wordt hierover beslist. Het is niet noodzakelijk de AIVD nu te horen, lichtte de rechter toe.
In de extra beveiligde rechtbank in Rotterdam staan zes verdachten in leeftijd variërend van 22 tot en met 36 jaar terecht. Ze werden in september 2018 tijdens een grootscheepse actie opgepakt in een vakantiehuisje in Weert, waarmee Nederland volgens justitie aan een grote aanslag was ontsnapt. Het plan was vermoedelijk om met bomvesten en kalasjnikovs een aanslag te plegen op een evenement en elders een autobom tot ontploffing te brengen. Bij huiszoekingen vond de politie kunstmest en chemicaliën, genoeg om een halve kilo explosieven te maken.