De uitkoopregeling was al afgesproken bij het aantreden van het kabinet. Toen ging het vooral om het verminderen van geuroverlast. Maar het opdoeken van varkenshouderijen scheelt ook broeikasgassen en stikstof.

De regeling bleek zo populair, dat die al gauw ruim werd overtekend en de opzijgelegde 120 miljoen euro niet genoeg bleek. Op aandringen van de Tweede Kamer besloot het kabinet alle boeren die dat willen en aan de voorwaarden voldoen, de kans te geven om zich te laten uitkopen.

Van de 502 aanvragen zijn er 95 afgewezen. Een veertigtal boerderijen veroorzaakt bijvoorbeeld zo weinig stankoverlast, dat uitkoop te weinig zou opleveren, vindt landbouwminister Carola Schouten. Ze overlegt met de provincies en gemeenten om ook deze boeren te helpen om te stoppen.

De eerste varkenshouders hebben al te horen gekregen dat ze kunnen meedoen met de regeling en kunnen hun bedrijf gaan afbouwen. De boeren die de meeste stank produceren, gaan voor. Schouten wil alle varkenshouders uiterlijk komende maand uitsluitsel geven. Wie wordt uitgekocht, moet vervolgens binnen acht maanden zijn dieren hebben afgevoerd.

Het overgrote deel van de varkenshouderijen die worden gesaneerd staat in Noord-Brabant en Limburg.