Nazi–vakantiecomplex brengt 625.000 euro op
De ruïnes van een gedeelte van het voormalige nazi–vakantiecomplex Prora, op het eiland Rügen in de Oostzee, hebben donderdag op een veiling 625.000 euro opgebracht. Dat is vijf keer de oorspronkelijke vraagprijs. De koper is niet bekendgemaakt.
Het complex was bestemd voor Duitse arbeiders en soldaten. Door een verblijf aan zee moesten zij krachten opdoen om het Derde Rijk optimaal te kunnen dienen. Prora zou een idee zijn geweest van Hitler zelf, maar is nooit geheel voltooid. Het uitbreken van de oorlog in 1939 verhinderde dat.
Het vakantiecomplex wordt met een lengte van 4,5 kilometer beschouwd als het langste gebouw van Europa. Het telt 8000 kamers en had ongeveer 20.000 vakantiegangers kunnen huisvesten. De enige Duitsers die er werkelijk verbleven, waren echter mensen die gevlucht waren uit plat gebombardeerde Duitse steden.
Na de Duitse capitulatie in 1945 probeerden de Sowjets het complex op te blazen, maar daar slaagden zij slechts ten dele in. Daarna was het jarenlang een Oost–Duitse militaire zone, tot het na de Duitse hereniging in 1990 in handen van de federale regering kwam.
Die zat behoorlijk in haar maag met de ongewenste erfenis uit de nazi–tijd. Pogingen het vakantieoord te verkopen mislukten tien jaar lang. Vorige maand besloot Berlijn opnieuw een poging te wagen, waarbij het Prora presenteerde als een ideale plek voor een groot hotel, tot groot ongenoegen overigens van ondernemers uit de toeristische sector op Rügen.
Onlangs is Prora tot monument bestempeld. Het ontwerp, waarin de voorliefde van de nazi’s voor het bombastische en hun afkeer van individualisme tot uitdrukking komen, werd in 1937 bekroond op de Wereldtentoonstelling in Parijs.