Allawi prijst Irak–beleid Bush in rede voor Congres
Zes weken voor de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten heeft de Iraakse interim–premier Allawi in een toespraak voor het Amerikaanse Congres het Irak–beleid van president Bush geprezen. Hij zei dat vooruitgang wordt geboekt en dat de meerderheid van de Irakezen de Amerikanen dankbaar is voor het ten val brengen van Saddam Hussein.
Een commentator van de nieuwszender CNN noemde de uitspraken van Allawi een welkom steuntje in de rug voor Bush, die het in de verkiezingen van 2 november tegen de Democraat Kerry opneemt. Kerry zelf zei na de toespraak van Allawi dat de interim–premier zich tegensprak door het Bush–beleid in Irak te verdedigen. Enkele dagen geleden zei Allawi nog dat terroristen Irak binnenstromen, aldus Kerry.
Allawi maakte van zijn bezoek aan Washington gebruik om de Verenigde Staten „namens het Iraakse volk" te bedanken voor de offers die zij hebben gebracht in zijn land. „Jullie beslissing om in Irak ten strijde te trekken was geen gemakkelijke, maar wel de juiste", zei Allawi die vrijwel om de minuut werd onderbroken door een langdurige ovatie van de afgevaardigden. Recente peilingen wijzen overigens uit dat de meeste Irakezen de coalitietroepen zo snel mogelijk willen zien vertrekken.
De interim–premier zwoer dat de democratische verkiezingen in januari in Irak door zullen gaan. In vijftien van de achttien provincies kan volgens hem worden gestemd, al zullen terroristen er alles aan doen om de stembusgang te verstoren.
Allawi en Bush, die na de Iraakse premier het Congres toesprak, hamerden erop dat uit Irak veel positiefs is te melden. Bush liet weten dat voor hem vaststaat dat de„democratie permanent wortel zal schieten" en dat er een eind aan het terrorisme zal komen.
Op dit moment bezorgen opstandelingen de interim–regering van Allawi en de Amerikanen in Irak echter nog handenvol werk. Allawi en zijn buitenlandse bondgenoten hebben vooral veel te stellen met de terreurorganisatie Tawhid en Jihad, die onder leiding staat van de Jordaniër Abu Mussab al–Zarqawi. De groep van al–Zarqawi houdt de Brit Kenneth Bigley in gijzeling en heeft gedreigd de gevangene te doden als in Irak gevangen gehouden vrouwen niet door het Amerikaanse leger worden vrijgelaten.
Eerder deze week sneden de gijzelnemers al de keel door van twee Amerikanen die samen met de Brit waren ontvoerd. Van de moorden zijn videobanden verspreid. De Amerikaanse inlichtingendienst CIA kwam na een technische analyse van de moord op Eugene Armstrong, de gijzelaar die het eerst werd omgebracht, tot de conclusie dat al–Zarqawi zelf het vonnis had voltrokken. Een CIA–functionaris zei donderdag dat Jack Hensley, de tweede Amerikaan, waarschijnlijk niet door al–Zarqawi is gedood.
Over het lot van andere westerlingen die in Irak zijn gegijzeld, bestaat nog steeds onduidelijkheid. Twee Italiaanse hulpverleensters zijn volgens een invloedrijk soennitische comité van schriftgeleerden waarschijnlijk nog in leven. Een woordvoerder van het comité zei donderdag dat de twee vermoedelijk worden vastgehouden door een bende die geen relatie heeft met het verzet in Irak. Twee islamitische organisaties claimden kort daarvoor op internet dat zij de Italiaanse vrouwen hebben vermoord.
Een tot dusver onbekende Iraakse oppositiegroepering liet weten dat twee ontvoerde Franse journalisten binnenkort vrijkomen. Georges Malbrunot en Christian Chesnet worden sinds 20 augustus vermist. Een groepering die zichzelf het Islamitische Leger in Irak noemt, heeft gemeld de twee vast te houden.