Zonder die duidelijkheid is het onmogelijk om al op 2 april het grote debat over de Joint Strike Fighter te voeren, meent een groot deel van de Tweede Kamer. GroenLinks-kamerlid Harrewijn wees er dinsdag op dat de precieze informatie over het contract zwaar weegt bij het bepalen van een standpunt.

Vorige maand besloot het kabinet in te gaan op de uitnodiging van de Verenigde Staten om voor 900 miljoen euro deel te nemen aan de System Development and Demonstration(SDD)-fase van de JSF, een geavanceerd gevechtsvliegtuig dat vanaf 2010 de F-16 kan vervangen. In de brief aan de Kamer gaat het kabinet ervan uit dat het investeringsbedrag uiteindelijk inclusief rente weer terugvloeit naar de schatkist. Ook zegt het dat eventuele tegenvallers voor rekening van het bedrijfsleven komen.

De kleine veertig bedrijven met wie het ministerie van Economische Zaken een voorlopig contract moet gaan tekenen, zijn het echter niet eens met deze uitleg. Zij ervaren de overeengekomen ”eigen bijdrage” van de industrie van 191 miljoen euro als plafond en weigeren daarom de overeenkomst te tekenen.

GroenLinks, D66 en SP hebben al onoverkomelijke problemen met het JSF-besluit van het kabinet en zien liever dat Nederland de opvolger van de F-16 straks kant-en-klaar koopt. Maar ook bij de PvdA heersen grote twijfels over de wijsheid van het kabinetsvoornemen. Zonder helderheid over een substantiële rol van de industrie zal de PvdA-fractie waarschijnlijk niet instemmen met het besluit, wat de doodsteek voor het kabinetsvoorstel zou betekenen.

Overigens leeft binnen de PvdA ook het idee om op een lager niveau mee te doen aan de ontwikkeling van de JSF. De fractiespecialisten verwijzen naar landen als Canada en Denemarken, die niet voor 900 miljoen euro, maar voor 150 miljoen euro meedoen aan de SDD-fase. Keerzijde van het lagere niveau is dat de eigen industrie veel minder orders ontvangt.