Aantal veroordelingen voor corruptie in China bijna verdubbeld
Het aantal veroordelingen voor corruptie in China is het afgelopen jaar bijna verdubbeld, aldus de hoogste openbaar aanklager van het land. Corruptiebestrijding geldt als een van de speerpunten van het binnenlandbeleid van President Xi Jinping.
In totaal werden vorig jaar in China 25.000 rechtszaken afgerond in verband met corruptie, ambtsmisdrijven of omkoping, waarbij 29.000 mensen werden veroordeeld. In het jaarrapport dat de hoofdaanklager naar het parlement heeft gestuurd staat dat 18.585 Chinezen vorig jaar zijn vervolgd in verband met corruptie. Dat zou een stijging van 90 procent op jaarbasis zijn. Het rapport werd maandagmiddag besproken op het jaarlijkse Nationaal Volkscongres, dat door de uitbraak van het nieuwe coronavirus grotendeels achter gesloten deuren plaatsvindt.
In zestien gevallen werden personen uit de hogere lagen van de Communistische Partij vervolgd. Zo werd de voormalige partijleider van de zuidelijke provincie Yunnan beschuldigd van het aannemen van steekpenningen. Meer recentelijk nam het Chinese Openbaar Ministerie een prominente zakenman en een voormalig onderminister van nationale veiligheid op de korrel. Het aantal corruptiezaken waarbij leden van de Communistische Partij door de aanklager werden onderzocht, nam vorig jaar met 50 procent toe.
Sinds de anticorruptiecampagne van president Xi is begonnen, zijn er meer dan een miljoen functionarissen bestraft. Critici zeggen dat de campagne vooral wordt gebruikt om tegenstanders van de president aan te pakken.
Onder de controversiële ‘martelaarswet’ zijn 22 rechtszaken gevoerd tegen mensen die kopstukken van de Communistische Partij zouden hebben beledigd. Het aantal vervolgingen wegens cybercrime en diefstal van intellectueel eigendom steeg met een derde. Meer dan 2500 Chinezen werden vervolgd voor misdrijven in verband met de uitbraak van het nieuwe coronavirus.