Cultuur & boeken

Nieuw woorden, je hebt ze ook in coronatijd nodig

Coronakapsel en hoestschaamte. Tot voor kort had niemand ooit van die woorden gehoord, inmiddels kennen we de betekenis. Zo gaat dat met taal, weet woordenboekmaker Ton den Boon: in een nieuwe situatie heb je simpelweg nieuwe woorden nodig. En daarnaast gebruiken we taal graag „om stoom af te blazen.”

Mariëlle Oussoren-Buys
22 May 2020 17:39Gewijzigd op 16 November 2020 19:20Leestijd 7 minuten
beeld André Dorst
beeld André Dorst

Het gebeurde toen zoonlief op een zonovergoten vrijdag het krijtbord uit de schuur haalde. „Pas kijken als ik klaar ben, mam.” Dat deed ik. Hij had een feestelijk werk gemaakt, het was op de dag waarop de Koningssspelen plaatshadden. In sierlijke letters stond erbij: ”coroningsdag”. „Ik ga het bord in de voortuin zetten”, zei hij opgewekt.

Kan dat wel, bedacht ik? Dan ziet elke voorbijganger het! Corona is tenslotte een ernstige ziekte – en nu lijkt het zomaar iets vrolijks, door die associatie met Koningsdag. Over het antwoord kun je twisten. Maar hoe dan ook: taal leidt zijn eigen weg en gaat zijn eigen gang. De deurvisite en het lockdownleven zijn zomaar ingeburgerd. Ook onder lezers van deze krant, blijkt uit de reacties op een oproep om woorden in te sturen die te maken hebben met de coronacrisis. Woorden als coronakapsel en coronakilo’s (eentje die „letterlijk is blijven hangen”, aldus lezeres Marianne Duijzer; zie de kaders voor meer inzendingen).

Ze vormen nog meer het topje van de ijsberg. Naast allerlei samenstellingen met het overbekende c-woord duiken er allerlei woorden op die te maken hebben met deze periode van vechten tegen het virus. Ze variëren van elleboogkuchen tot zorgapplaus. Inmiddels zijn er honderden in omloop. Ton den Boon, woordenboekmaker en hoofdredacteur van de Nederlandse Dikke van Dale, verzamelt ze in een online coronawoordenboek. Hij leest vier kranten en noteert dagelijks de woorden die hij daarin tegenkomt. Daarnaast krijgt hij tips van mensen uit het hele land.

Taal en corona, het houdt mensen bezig. Waarom eigenlijk?

„Nou kijk, we hebben er allemaal mee te maken. Het coronavirus raakt mensen in hun bestaan, hin existentie. Het verandert de werkelijkheid om hen heen. Dan heb je ook nieuwe woorden nodig, zo simpel is het. Woorden die de emotie weergeven, zoals corona-angst of corona-depressie. Maar ook woorden die nodig zijn om te communiceren. Lockdown bestond wel, maar niet in de huidige betekenis. En wat denk je van beeldbellen of videobellen? Ik doe dat tegenwoordig met mijn 92-jarige moeder; ook zij weet nu wat beeldbellen is. Zo komen woorden die er al waren ineens bij een heel andere groep terecht.

Verder: we gebruiken taal om stoom af te blazen. Een chaotische situatie kun je bestrijden met scherts en humor. Dan komen de ludieke woorden zoals quarantinderen –het daten in tijden van quarantaine; een misschien minder geschikt voorbeeld voor jullie doelgroep– en coronomie of corontaine. En tot slot moeten óók de gevolgen van de nieuwe omstandigheden weer worden benoemd. Dan volgen de woorden als coronakilo’s.”

Zoveel nieuwe woorden in een paar maanden tijd. Hoe bijzonder is dat?

„Als er iets heel nieuws gebeurt, leidt dat altijd tot veel nieuwe woorden. Neem 11 september, de Twin Towers. In de periode erna hoorde je veel over anthraxbrieven. Destijds kreeg je dus tientallen samenstellingen met ”poeder”. Poederpost en poederbrief zijn gebleven, de rest is vergeten.

Ik geloof dat ik nu rond de 1000 woorden heb verzameld. En elke dag gaat het maar door. Jojolockdown zag ik bijvoorbeeld pas: een periode van afwisselend strenge en soepeler lockdownmaatregelen.

In begin was ik erg coulant en noteerde ik zo’n beetje alles wat ik tegenkwam. Inmiddels beperk ik me tot de kranten die ik lees. Af en toe kijk ik op social media. De woorden die maar één keer voorkomen, plaats ik niet meer meteen op de lijst. Ik las over „het einde van de coronanacht”, dat is mooi gevonden, maar zo’n woord is eerder beeldtaal.”

De meeste coronawoorden belanden uiteindelijk in het vergeetboekje?

„Veel woorden wel. Van-Disselproof bijvoorbeeld. Of: coronakanariepietje. „Brabant is het coronakanariepietje van Nederland”, las ik.

Anderhalvemetersamenleving zal wel blijven. En neem het woord corona zelf. Dat bestond wel, maar als vakterm in de astronomie en bij de tandarts. Drie tot vier maanden geleden was het volstrekt onbekend in de betekenis van de ziekte en nu gebruiken we het naar believen.”

Anderhalvemeterkerk staat niet in de woordenlijst. Net zomin als kerkhonger, waar een Trouwcolumnist vorige week over schreef...

„Het woord anderhalvemeterkerk zag ik vanmorgen (eind vorige week, MO) voor het eerst in de krant. Kerkhonger is een leuke. Door het woord huidhonger –dat je behoefte hebt aan lichamelijk contact– is het achtervoegsel ”-honger” productief geworden. Dat zag je eerder met ”-schaamte” in vliegschaamte. Inmiddels heb je vleesschaamte, babyschaamte en honderden klimaatgerelateerde schaamtes. En in tijd van corona: hoestschaamte, winkelschaamte, kuchschaamte. Hetzelfde zie je nu dus gaan gebeuren met huidhonger. Kerkhonger is de eerste die volgt. Dat betekent dat ”honger” een metafoor is geworden, dat is interessant. Straks kunnen we misschien mensenhonger hebben zonder kannibaal te zijn.”

De christelijke variant

„Verspreid het Woord, niet het virus”, zei minister Hugo de Jonge tijdens een van de persconferenties, op de vraag naar mogelijkheden rond kerkdiensten. Het is het mooiste ‘coronawoord’, wat lezeres Ingrid Timmerarends-Renes betreft. „In dit woord klinkt hoop door en geen angst.”

Ook Greetje Dunnink-Foppen deelde een hoopvolle zin, waarbij de eerste letters het inmiddels overbekende c-woord vormen: ”Christus Onze Redder Op de Nieuwe Aarde”. Overigens zijn er meer van dergelijke acrostichons met een christelijke boodschap in omloop. Zoals: ”Christus’ Offer Redt Onze Natie Alleen. Vlucht In deze Recessie tot Uw Schepper” (coronavirus).

En ook op andere manieren laten christenen van zich horen. „Hou vol, hou vol, Hij laat niet los” is een van de bemoedigende christelijke teksten die in deze periode circuleren op social media. Het citaat –overigens uit een liedtekst van Kees Kraaijenoord– past naadloos bij het motto dat premier Rutte herhaaldelijk uitdroeg.

Ontjuft

Rosanne Oskam voelde zich de afgelopen weken ”ontjuft”. „Ik was niet de leerkracht die ik gedacht had altijd te kunnen zijn. Ik moest mijn werk aan de ouders overgeven en hoefde zelf alleen maar de roosters aan te leveren en hier en daar een instructiefilmpje. Mijn werk (...) werd ineens een privilege waar ik alleen nog van kon dromen.”

Hekgesprek

Kees Braaksma voert tegenwoordig ”hekgesprekken”. „Bij verschillende kennissen buurt ik even en dan hebben we over het hek dat hun erf afscheidt heen even een gesprekje.”

Carpoolmeeting

Corrie van de Beek regelde met haar familie een ”carpoolmeeting”. „We wonen zo’n twee uur rijden bij elkaar vandaan. Er waren nogal wat spullen uit te wisselen, van zakken potgrond tot kleding.” De spullen werden uitgewisseld op een carpoolplaats en er werd „uiteraard op anderhalve meter afstand een bakje koffie gedronken.”

Corona(na)weeën

Ir. J. van de Rhee ziet wel wat in het woord ”corona(na)weeën”: „Een woord dat nog niet bestaat, maar voorspelbaar is voor toekomstige (minder heftige) coronapieken.”

Afstandsliefde

Mw C. J. de Leeuw-Zandee kreeg te maken met liefde op afstand. „We zagen onze kinderen en kleinkinderen maanden niet. Kregen geen knuffel, omhelzing of zoen van ze.” Gelukkig was er wel ”afstandsliefde”.

Coronatroetel

Mw. S. C. Eijkelboom-van Middelkoop heeft al veel mensen verrast met een ”coronatroetel”: „Je doet een aardigheidje in een flinke envelop en doet die door de brievenbus bij mensen die wel wat extra aandacht kunnen gebruiken. Of je legt een bosje bloemen neer bij de voordeur.”

Thuiswerkkrijtjes

Bij Ria van den Hoven reikt de invloed van corona zelfs tot in de snoeptrommel. „In onze snoeptrommel zaten schoolkrijtjes, maar toen de kinderen hun schoolwerk thuis moesten doen, werden dit dus ”thuiswerkkrijtjes”.

Coronamoeheid

Marleen Heres heeft er genoeg van: ze heeft last van ”coronamoeheid”. „Ik kan het woord ”corona” bijna niet meer horen, na er zoveel weken mee bestookt te zijn. Is er nog ander nieuws?”

Vond je dit artikel nuttig?
Meer over
Corona

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer