Nederlanders gebruiken steeds vaker telefoon in verkeer
Steeds meer mensen gebruiken hun telefoon in het verkeer. Dat staat in een nieuw rapport van het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV). Bijna 69 procent van de Nederlanders gaf aan vorig jaar wel eens aan de telefoon te hebben gezeten in het verkeer. In 2017 lag dat percentage iets lager.
Ruim 66 procent daarvan doet dat tijdens stilstand, bijna 57 procent gebruikt de telefoon tijdens het rijden of lopen. Voetgangers zitten het vaakst op hun toestel, namelijk 84,4 procent. Daarna volgen automobilisten (65,6 procent) en fietsers (55,7 procent).
Volwassen fietsers en voetgangers gebruiken hun telefoon het meest om berichten te lezen (37,9 om 69 procent). Automobilisten blijken het vaakst handsfree te bellen (46,2 procent). Over het algemeen werd vorig jaar de telefoon steeds vaker gebruikt om de navigatie in te stellen, muziek te luisteren en spelletjes te spelen.
Verder geven volwassenen vaak aan vooral bereikbaar te willen zijn bij noodgevallen. Jongeren gebruiken hun telefoon juist uit gewoonte.
Volwassen fietsers zijn de enige groep die minder is gaan bellen met de telefoon in de hand. „Dat kan een gevolg zijn van aandacht voor het onderwerp in combinatie met het invoeren van boetes”, zegt Patty Jansen, een onderzoeker van Interpolis. Die verzekeringsmaatschappij gaf opdracht tot het SWOV-onderzoek.
Jansen noemt het „zorgwekkend dat het gewoontegedrag niet vermindert en het vertrouwen in de eigen bekwaamheid niet afneemt. Omdat het meestal goed afloopt, zien mensen niet de noodzaak hun gedrag te veranderen.” Campagnes en apps als PhoNo en AutoModus kunnen daar volgens haar bij helpen.