„Hermans te laks bij fraude in hbo”
Alle fracties in de Tweede Kamer, behalve die van de VVD, vinden dat minister Hermans van Onderwijs te laat heeft ingegrepen bij de fraude in het hoger beroepsonderwijs. Ook heeft de Kamer weinig vertrouwen in het zogenaamde zelfreinigende onderzoek dat de bewindsman in gang heeft gezet.
De Kamer debatteerde dinsdag voor het eerst sinds januari over de hbo-fraude. Hermans kreeg een flink portie kritiek te verwerken. PvdA, CDA en D66 verweten de bewindsman nonchalance. ChristenUnie-kamerlid Slob vindt dat er sprake is van een crisis en zijn SGP-collega Van der Vlies oordeelt dat het departement „te laks” is omgegaan met serieuze signalen. VVD-kamerlid Cornielje vindt dat zijn partijgenoot Hermans wel adequaat heeft gehandeld.
Het zelfreinigend onderzoek, waarbij de instellingen in het hoger onderwijs en het mbo een vragenlijst moeten invullen waaruit moet blijken of ze hebben gefraudeerd, vindt de Kamer te oppervlakkig. Ze denkt dat de instellingen eventuele misstanden niet vrijwillig zullen melden. De meerderheid van de Kamer vindt dat er een onafhankelijk en breed onderzoek moet komen, uitgevoerd door de Algemene Rekenkamer.
Minister Hermans vindt een dergelijk onderzoek niet nodig, onder andere omdat het te lang zou duren. Het zelfreinigend onderzoek, waarbij een onafhankelijke commissie en de Algemene Rekenkamer toezicht houden op de verwerking, vindt de minister voldoende. Dinsdag kondigde hij aan dat de Rekenkamer ook steekproeven bij instellingen mag uitvoeren.
Hermans ontkende dat hij de Rekenkamer aanvankelijk niet bij het onderzoek wilde betrekken. In een rapport van d’Hondt, de voorzitter van de belangenorganisatie van de universiteiten (VSNU) aan alle universiteiten, staat dat de minister door middel van het zelfreinigend onderzoek een onafhankelijk onderzoek door de Rekenkamer of een parlementaire enquête „probeert voor te zijn.” Hermans wil zich echter niet begeven in „interpretaties van anderen.”
De fracties willen dat de Rekenkamer bij haar onderzoek ook de bestuurscultuur op het departement betrekt. In de zomer van 2000 was er namelijk een intern onderzoek van het ministerie waarin melding wordt gemaakt van het gesjoemel met studenteninschrijvingen. Het departement gebruikte het rapport echter alleen als bouwsteen voor een nieuw bekostigingsstelsel. De bewindsman erkende dinsdag dat hij „met de ogen van nu” het rapport beter naar de Tweede Kamer had kunnen sturen.
Hermans wist ook niet goed raad met een verslag van de HBO-raad uit april 2001. Het PvdA-kamerlid Hamer citeerde daar dinsdag uit. Daarin wordt over „spookstudenten” gesproken. Dat kan volgens Hamer alleen maar zijn gebeurd na signalen vanuit het departement. Het PvdA-kamerlid vroeg zich af waarom de bewindsman in de richting van de Tweede Kamer nooit zijn twijfels uitte over de juistheid van de studentenaantallen.
Hermans verklaarde dinsdag dat hij in geen geval wil tornen aan de autonomie van de instellingen. In een nieuwe financieringssysteem zal de controle echter wel scherper worden.
Binnen enkele dagen zet de Kamer het debat over de hbo-fraude voort. Dan zullen de fracties hun voorlopige politieke conclusies trekken.