OM seponeert zaak rond overname uitvaartbedrijf De Facultatieve
Het Openbaar Ministerie heeft een strafrechtelijk onderzoek naar oplichting rond de overname van uitvaartbedrijf De Facultatieve in Den Haag geseponeerd. Bij de zaak was onder anderen voormalig VVD-voorzitter Henry Keizer betrokken als verdachte, tot aan zijn overlijden op 5 oktober vorig jaar.
Ook tegen financieel directeur Jaap de Bruijn was drie jaar geleden aangifte gedaan. Het Openbaar Ministerie verdacht Keizer en De Bruijn van oplichting en witwassen, maar bij het beoordelen van het dossier is er volgens het OM geen bewijs gevonden van strafbare feiten.
Keizer zou in 2012 voor te weinig geld het uitvaartbedrijf hebben overgenomen. Op basis van het onderzoek concludeert het OM dat de verkoopprijs al in een vroeg stadium is vastgesteld en dat kopers en de verkoper op vele momenten informatie hebben uitgewisseld. Nadien volgde geen diepgaandere waardering meer om de verkoopprijs te bepalen. Ook was er sprake van een gunfactor, zo blijkt volgens het OM uit het onderzoek.
Er blijkt geen sprake van oplichting, zegt een woordvoerster van het OM dinsdag. „Er kan niet gezegd worden dat de kopende partij de verkopende partij een rad voor ogen heeft gedraaid. Er is dus geen bewijs voor oplichting. En zonder oplichting wordt ook niet aan het strafrechtelijke verwijt witwassen toegekomen.”
Jaap de Bruijn reageert blij op het besluit van het OM om niet te vervolgen. „Bij Henry en mij is er nooit twijfel over geweest dat de transactie in 2012 correct tot stand was gekomen. Ik ben verheugd dat het OM nu ook concludeert dat ons geen verwijt valt te maken”, zegt De Bruijn. Hij betreurt het dat Henry Keizer niet meer meemaakt dat zijn naam en reputatie postuum worden gezuiverd. „Nu kunnen we er een streep onder zetten. We willen nu allemaal, professioneel en persoonlijk, de draad van ons leven weer oppakken en werken aan een positieve toekomst.”