„Onvoorstelbaar verdriet heerst in Scheveningen en daarbuiten”
In Scheveningen is diep bedroefd gereageerd op de dood van vijf „fitte, jonge, sportieve mensen die daar de zee als hun broekzak kenden, maar toch in de problemen raakten.” Dat zei burgemeester Johan Remkes van Den Haag dinsdag tijdens een persconferentie over het surfongeluk van de avond ervoor. „Het verdriet in de Scheveningse gemeenschap en daarbuiten is onvoorstelbaar.”
Remkes drukte de slachtoffers, nabestaanden en vrienden van de slachtoffers op het hart dat „we allemaal om u heen staan” en niet alleen nu. „Zij, hun familie en vrienden verdienen vandaag, morgen en overmorgen onze steun.”
De burgemeester sprak zijn grote waardering uit voor het werk van de hulpdiensten. „De KNRM, GGD, politie, brandweer en kustwacht hebben als bezetenen samengewerkt”, vatte hij hun optreden samen. „Ik ben diep onder de indruk.”
De betrokken diensten gaan hun eigen optreden evalueren en de veiligheidsregio komt in de loop van volgende week met de eerste informatie daarover naar buiten, beloofde Remkes. „Schuim heeft een belangrijke rol gespeeld natuurlijk. Ook voor de redding, men zag het onderscheid tussen strand en schuim niet.”
Onderzocht wordt natuurlijk of er meer waarborgen moeten zijn voor de veiligheid. Luister in ieder geval goed naar waarschuwingen van het KNMI. Contact met de surfscholen heeft Remkes naar eigen zeggen nog niet gehad.
Het is volgens hem te vroeg om precies vast te stellen wat er is gebeurd. „Hoe kan het dat mensen met zoveel ervaring volkomen overvallen zijn?”
Wel reageerde hij boos dat aan de andere kant van het havenhoofd tot in de avond gewoon werd doorgesurft. „Het is in alle opzichten onbestaanbaar dat er een reddingsoperatie bezig was, en er even verderop nog werd gesurft.”