Alarm na moord op moslimgeleerden Irak
Vooraanstaande soennieten en sjiieten in Irak hebben gewaarschuwd dat de moord op twee leden van een prominent comité van moslimgeleerden ernstige gevolgen kan hebben. Vertegenwoordigers van de twee geloofsgroepen zeiden voor de Arabische zender Al-Jazeera dat opstandelingen met de moorden wellicht willen aanzetten tot sektarisch geweld.
Een woordvoerder van het soennitische comité van moslimgeleerden liet weten dat gewapende mannen sjeik Mohammed Jadu van de al-Kawthar-moskee maandag in de wijk al-Baya in het zuidoosten van Bagdad om het leven brachten. De daders pleegden de aanslag kort voor of na het gebed en wisten daarna te ontsnappen.
Kort daarvoor was bij de soennitische moskee al-Sajjad in Sadr City het lijk gevonden van sjeik Hazem al-Zaidi, die zondag met twee anderen was ontvoerd uit de wijk. De twee anderen waren vrijgelaten. Al-Zaidi was belast met de contacten tussen het comité van moslimgeleerden en andere religieuze instellingen in het land. Hij was imam van de moskee waarvoor zijn lichaam was aangetroffen.
Het comité van moslimgeleerden is in Irak een gerespecteerde organisatie en vertegenwoordigt ongeveer 3000 moskeeën in het land. De groepering is gekant tegen de aanwezigheid van buitenlandse militairen in het land. Desondanks speelt het comité een bemiddelende rol bij de pogingen gegijzelde buitenlanders vrij te krijgen. Een woordvoerder van het comité zei dat hopelijk geen sprake is van een doelgerichte campagne tegen de soennitische groepering.
Ook een functionaris van de Opperste Raad voor de Islamitische Revolutie in Irak (Sciri) was het doelwit van een aanslag. Een woordvoerder zei maandag dat Abu Jihad al-Zamili zondag in zijn auto werd neergeschoten ten noorden van de centraal gelegen stad Karbala.
Onbekenden hadden woensdag al Ali Saadi, het voormalige hoofd van de intussen formeel ontmantelde gewapende vleugel van Sciri omgebracht. De Sciri vertegenwoordigt de relatief gematige sjiieten in Irak. De partij is actief in de interim-regering van premier Allawi.
Achttien leden van de Iraakse Nationale Garde die afgelopen weekeinde werden ontvoerd, zijn maandag weer vrijgelaten, aldus een woordvoerder van de radicale sjiitische leider Muqtada al-Sadr. De woordvoerder had eerder op de dag namens Al-Sadr om de onmiddellijke vrijlating van de gardisten gevraagd.
Een groepering die zichzelf de Mohammed bin Abudllah-Brigade noemt, toonde de achttien militairen zondag in een video die op Al-Jazeera werd uitgezonden. De groep stelde dat de gardisten gedood zouden worden als Hazem al-Araji, een vertegenwoordiger van Al-Sadr in Bagdad, niet binnen 48 uur zou zijn vrijgelaten. Al-Araji was zondagochtend door de Nationale Garde aangehouden.
Amerikaanse militairen voerden gisteren luchtaanvallen uit op de westelijke stad Fallujah. De Amerikanen vermoeden dat Al-Zarqawi en zijn medestanders zich in deze stad ten westen van Bagdad ophouden. Bij de aanvallen zouden twee mensen zijn omgekomen.
In de noordelijke stad Mosul explodeerde een auto, waardoor alle drie inzittenden om het leven kwamen. De politie vermoedt dat de drie een aanslag wilde plegen, maar dat de bom voortijdig af ging.
De NAVO is het maandag niet eens geworden over uitbreiding van haar missie om Iraakse militairen op te leiden. Woordvoerders rekenen erop dat over een dag of twee alsnog een akkoord wordt bereikt.
De ambassadeurs van de 26 NAVO-landen kwamen maandag op een speciale zitting bijeen om bezwaren van Frankrijk en België weg te nemen die vorige week overeenstemming over uitbreiding van de missie in de weg stonden.
De twee landen willen weten hoe de kosten worden verdeeld, hoe de commandostructuur eruit gaat zien en op welke bescherming de 300 NAVO-instructeurs kunnen rekenen die waarschijnlijk zullen worden ingezet. NAVO-woordvoerder James Appathurai zei dat er brede politieke steun is om de missie op te zetten en snel van start te laten gaan. Wat nog rest is alleen verduidelijking, zei hij.
Frankrijk en België willen dat de kosten van de missie grotendeels worden opgebracht door de deelnemende landen. Net als de andere tegenstanders van de oorlog in Irak -Duitsland en Spanje- hebben de twee landen al gezegd zelf geen militairen aan de missie te zullen bijdragen. Verder willen zij weten hoe de trainingsmissie van de NAVO zich verhoudt tot de veel grotere Amerikaanse missie om in Irak een nieuw leger op te bouwen. Ook willen zij weten hoe de door de Amerikanen aangevoerde troepen in Irak de NAVO-instructeurs denken te beschermen.
NAVO-functionarissen benadrukten dat iedereen een herhaling wil voorkomen van de crisis die begin 2003 in het militaire bondgenootschap ontstond toen Frankrijk, aanvankelijk gesteund door België, Duitsland en Luxemburg, enkele weken lang weigerde in te stemmen met militaire steun aan Turkije in de aanloop tot de oorlog in Irak. Ditmaal zijn de lidstaten vastbesloten de eenheid te bewaren, zo werd gezegd.
De Iraakse premier Iyad Allawi drong er maandag nogmaals bij de NAVO op aan Irak te hulp te komen. „Irak heeft dringend behoefte aan expertise, opleiding en uitrusting en we roepen de NAVO en de Europese Unie op hun uiterste best te doen om ons te helpen”, schreef hij in de Britse krant The Independent.
De NAVO stuurde vorige maand al veertig soldaten naar Irak om een opleidingscentrum op te zetten, nadat Frankrijk zijn bezwaren daartegen had laten varen. De Franse minister van Defensie, Michèle Alliot-Marie, herhaalde echter dat de opleiding van Iraakse officieren beter buiten Irak kan plaatsvinden. Frankrijk vindt dat de training in Irak zelf op een laag pitje moet blijven.
Bij een Amerikaans bombardement op Fallujah vielen maandag zeker twee doden en drie gewonden. De slachtoffers zijn volgens ziekenhuiswoordvoerders gemeentearbeiders die aan het werk waren met een bulldozer. Het Amerikaanse leger heeft eerder gezegd dat de opstandelingen in Fallujah bulldozers en shovels gebruiken om verdedigingswerken aan te leggen.
In de Noord-Iraakse stad Mosul kwamen drie mensen om toen een auto vol explosieven ontplofte. De doden zijn de bestuurder van de bomauto en twee inzittenden van een passerend voertuig. In Mosul werd ook een voertuig van de Turkse Rode Halve Maan door onbekenden onder vuur genomen. De vier inzittenden, twee hulpverleners en twee journalisten raakten daarbij gewond.
Een Turks bouwbedrijf bevestigde maandag dat tien personeelsleden in Irak zijn ontvoerd. De tien waren zaterdag te zien op opnamen die door hun ontvoerders naar Al-Jazeera werden gestuurd. De ontvoerders, die zichzelf de Salafisten Brigades van Abu Baqr Al-Siddiq noemen, lieten weten dat de gijzelaars worden vermoord als het bedrijf niet binnen drie dagen zijn activiteiten in Irak staakt.
Een woordvoerster van het bedrijf, VINSAN in Ankara, gaf geen commentaar op het dreigement. Zij zei dat alle tien de Turkse nationaliteit hebben en dat de meesten vrachtwagenchauffeur zijn.
Tot dusver zijn in Irak rond de 120 buitenlanders ontvoerd, van wie een aantal door hun ontvoerders is vermoord.
In de omgeving van Mosul werden zondag de onthoofde lichamen van drie Iraakse Koerden gevonden. Waarschijnlijk gaat het om drie leden van de militie van de Koerdische Democratische Partij, die onlangs werden ontvoerd toen zij militaire voertuigen begeleidden naar een basis ten noorden van Bagdad. Het Ansar al-Sunna Leger plaatste beelden van hun executie op een website. De extremistische soennitische groep zegt haar pijlen op de Koerdische partijen te richten omdat zij met de Amerikanen samenwerken en tegen de islam vechten. De groep eiste eerder de verantwoordelijkheid op voor de moord op twaalf Nepalezen en zelfmoordaanslagen met meer dan honderd doden op de kantoren van Koerdische politieke partijen.