Meer dan 200.000 mensen op de vlucht voor geweld in Oost-Congo
Meer dan 200.000 mensen zijn sinds maart in het oosten van de Democratische Republiek Congo op de vlucht geslagen voor het toenemende geweld. In de regio Ituri is een militie in conflict met het leger. Dat melden de Verenigde Naties. Er zijn meer dan zevenhonderd burgers gedood tijdens het conflict.
„De vluchtelingenorganisatie van de VN, UNHCR, is gealarmeerd door het toenemende geweld in Congo. Zeker 200.000 mensen hebben hun woningen moeten verlaten om aan het geweld te ontkomen”, aldus de UNHCR in een briefing. „De UNHCR roept alle strijdende partijen op om respect te hebben voor mensenlevens en humanitaire hulp.”
Het Congolese regeringsleger is in een gewapende strijd verwikkeld met een militie genaamd Codeco. Dat zijn voornamelijk mensen afkomstig uit de boerengemeenschap. Zij hebben een conflict met handelaars in het gebied. Het geweld is sinds december 2019 weer opgelaaid, toen het leger een offensief startte tegen Codeco en andere milities in Ituri.
Sinds maart zijn zeker 3000 ernstige schendingen van de mensenrechten waargenomen door de UNHCR. De afgelopen maanden was er ongeveer vijftig keer per dag sprake van een aanval op burgers. De meeste vluchtelingen zijn vrouwen en kinderen.