Rijssenaar haalt vrouw thuis om corona
Het risico lopen dat zijn vrouw in eenzaamheid zou sterven? Dat wilde Jan Dannenberg (74) uit Rijssen niet. Hij nam haar in huis.
Normaal gesproken bezoekt Dannenberg zijn 79-jarige vrouw Riek, die lijdt aan dementie, elke dag. Maar als de verpleeghuizen in de tweede helft van maart op slot gaan voor bezoek, mag hij er niet meer komen. Een bittere pil. „Je hebt plotseling geen zicht meer op haar situatie”, vertelt Dannenberg. „We kregen rapportages en konden beeldbellen, maar dat laatste ging niet zo geweldig.”
Ondertussen gaat de gezondheid van zijn vrouw achteruit. Op een woensdag ziet Dannenberg tijdens het beeldbellen dat zijn vrouw rode ogen heeft – vaak een voorbode van koorts. Daarna volgen de belletjes elkaar in hoog tempo op. Op zaterdag belt de verzorging dat Riek inderdaad ziek is. De woensdag erop komt het bericht dat ze aan de zuurstof is. „Ik dacht: nu krijg ik nog één telefoontje, dat ze overleden is.”
Voor de Rijssenaar is het idee dat zijn vrouw in eenzaamheid zou sterven onverteerbaar. Dus zet hij alles in beweging om haar naar huis te halen. Het personeel van het verpleeghuis reageert verrast op zijn vraag. „De verpleeghuisarts vond het niet zo verstandig. We hebben onze huisarts ook geïnformeerd en die wilde de medische zorg op zich nemen.”
Quarantaine
Omdat zijn vrouw mogelijk een coronabesmetting heeft opgedaan, moet ze in quarantaine. „Tussen de keuken en de schuur is een serre. Die hebben we ingericht voor haar.” Dannenberg en zijn dochter Corine, die in het onderwijs werkt en nu veel thuis is, huren via Medipoint het nodige medische materiaal: een hoog-laagbed, een zuurstofapparaat. Ze halen ook ontsmettingsmiddelen, mondkapjes en beschermende jassen in huis. Per ambulance wordt zijn vrouw vervolgens naar huis gereden.
Wonder
Dochter Corine heeft de zorg voor haar moeder op zich genomen. Ze helpt bij eten en drinken, wast en verzorgt haar. De thuiszorg komt ook geregeld langs voor extra zorg. Omdat zijn vrouw inderdaad corona bleek te hebben, kan Dannenberg niet zomaar naar haar toe. Hij zorgt wel voor het eten. „Dat zet ik dan neer bij de serredeur.”
Ondanks dat is de Rijssenaar blij zijn vrouw in de buurt te hebben. Bang voor besmetting is hij niet. „Ik voel me goed.” Wonder boven wonder knapt zijn vrouw nu ook weer op. Ze is inmiddels een paar dagen koortsvrij en van de zuurstof af. Zo nu en dan komt ze al uit bed.
Als zijn dochter straks weer voor de klas staat, zal zijn vrouw terug moeten naar het verpleeghuis. Zelf kan Dannenberg de zorg niet opbrengen.
Bovendien heeft hij moeten tekenen toen hij zijn vrouw over liet komen. „In die brief staat dat ze teruggaat als de maatregelen van de overheid worden teruggedraaid.”
Stem
Zijn vrouw heeft er door haar dementie volgens Dannenberg zelf „niet zo veel erg in” dat ze in haar oude huis is. „Ze reageert wel op mijn stem als ik haar roep. Maar dat deed ze in het verpleeghuis ook.”
Spijt van zijn keuze heeft hij niet. „Als ze was overleden, was ze in ieder geval thuis geweest. Nu ze aan de beterende hand is, kan mijn dochter haar hier goed verzorgen. Het is voor de verpleeghuismedewerkers ook een kleine verlichting; ze hebben toch één patiënt minder om voor te zorgen. We waren onlangs vijftig jaar getrouwd. Ik zou het niet anders willen dan hoe we het nu doen.”