Extra geld voor gemeenten om nieuw inburgeringsstelsel te betalen
De gemeenten krijgen 35,2 miljoen euro per jaar extra om de taken in het nieuwe inburgeringsstelsel te kunnen uitvoeren. Daarnaast krijgen ze eenmalig 36,5 miljoen euro om de invoeringskosten te dekken. Minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) heeft dat afgesproken met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).
Het nieuwe stelsel houdt in dat de gemeenten vanaf juli 2021 de regie gaan voeren op de inburgering van nieuwkomers. De gedachte erachter is dat de gemeenten het beste in staat zijn om deze taak uit te voeren. De gemeenten hadden gevraagd om extra geld en om meer invloed op de manier waarop ze die taken vormgeven. Ook inhoudelijk zijn er afspraken gemaakt
„Inburgeraars moeten zo snel mogelijk meedoen in Nederland: werk en taal zijn daarvoor de snelste route. Gemeenten staan het dichtst bij de mensen om wie het om gaat en kunnen daardoor het beste maatwerk leveren”, laat Koolmees weten.
Het extra jaarlijkse bedrag komt bovenop het geld dat het kabinet al eerder voor het nieuwe stelsel beschikbaar had gesteld in het regeerakkoord.
Daarnaast wordt vanaf 2021 incidenteel 25,5 miljoen euro uitgetrokken om de huidige personen met een asielstatus te begeleiden bij hun inburgering. Dat moet ertoe leiden dat er meer inburgeraars uitstromen uit het huidige stelsel.