Recensie: Ver familielid komt met atlas over Bach
Govert Jan Bach, ver familielid, is „gespecialiseerd in het leven en de werken van componist Johann Sebastian Bach”, aldus ”De grote Bach Atlas”. Een mooi uitgegeven boek, met helaas teleurstellende tekortkomingen.
Govert Jan Bach publiceerde bij uitgeverij Rubinstein in Amsterdam een boek met de titel ”De grote Bach Atlas”. Het boek heeft een plaats in een serie van deze uitgever waarin ook een atlas van de schilders Van Gogh en Gauguin verschenen.
Het boek over Bach wil diens levensloop volgen via de ”reizen” die hij gemaakt heeft. Die ”reizen” zijn echter vooral de beroepsmatige verplaatsingen. Deze atlas kan dan ook beschouwd worden als een overzicht van Bachs leven en werken.
De inhoudsopgave toont de chronologische opzet. Het begint in Wechmar, de bakermat van de Bachfamilie in Duitsland. Vervolgens komen de verschillende plaatsen waar Bach werkte en woonde in beeld. Het laatste hoofdstuk is getiteld ”Na Bachs dood”. Ten slotte is er een ”muzieklijst” die een selectie bevat van Bachs composities die gerelateerd worden aan de plaatsen waar hij werkte, met een verwijzing naar de volledige lijst op Spotify.
Na gegevens over de auteur en een dankwoord is een verantwoording van het beeldmateriaal en een kleine literatuurlijst opgenomen.
Lof
Het boek is erg mooi uitgegeven. Het is gebonden en voorzien van vele illustraties, waarvan de meeste in kleur. Het betreft manuscripten, plattegronden, stadsgezichten en afbeeldingen van gebouwen en personen. Gedrukt op stevig papier met een mooie letter. Lof aan de uitgever en redacteur.
Het is echter meer dan een plaatjesboek. Bij elke plaats wordt informatie gegeven over Bachs leven, zijn werk en zijn connecties. Het taalgebruik maakt het boek toegankelijk voor een groot publiek, al is het soms wel erg populair. Zo wordt Bach „een gewiekste sociale klimmer” genoemd; nog afgezien van de vraag of die uitdrukking toepasbaar is op een sterk hiërarchisch geordende samenleving waarin ook Bach afhankelijk was van de gunsten van vorsten en instanties.
De tekst geeft veel informatie en bevat interessante associaties. Zo wordt een verband gelegd tussen het vele wandelen van reizigers en de ostinato-techniek (ostinato, een steeds herhaald (bas)motief) in composities.
Het boek lijkt enerzijds bij de tijd. Zo wordt duidelijk gemaakt dat Bach het in Leipzig bepaald niet naar zijn zin had en dat Bachs vrouw Anna Magdalena niet –zoals vaak te lezen is– in bittere armoede is gestorven.
Onjuistheden
Anderzijds bevat de tekst onjuistheden van een aard die doen vermoeden dat een groot deel van de resultaten van het Bachonderzoek gedurende de laatste halve eeuw aan de auteur voorbij is gegaan. Bij het lezen ontstond een lange lijst. Ik beperk me tot enkele voorbeelden ter illustratie en ga voorbij aan niet-verifieerbare anekdoten.
Het adres waar Bach in Eisenach werd geboren is al geruime tijd (ca. 1990) bekend. Toch is hier nog steeds te lezen dat het huidige Bachhaus te Eisenach „het vermoedelijke geboortehuis” is. Op pagina 122 wordt het daar afgebeelde portret nog steeds aan Wilhelm Friedemann toegeschreven, terwijl is gebleken dat het Johann Carl Bach is.
De cantate ”Aus der tiefen” wordt hier –net als in oudere literatuur– weer in verband gebracht met de stadsbrand van Mühlhausen. Vast staat dat deze cantate door Bach is gecomponeerd op verzoek van Eilmar, de predikant van de Marienkirche aldaar, en een belangrijke plaats had in de strijd tegen de piëtisten, destijds de belangrijkste brandhaard in Mühlhausen. De cantate verwoordt Luthers rechtvaardigingsleer –de genade van God is genoeg– en veroordeelt daarmee de opvatting van de piëtisten dat geloof en leven een voortschrijdend proces van perfectionisme moeten laten zien.
Als laatste voorbeeld: tijdens de vergaderingen over de kandidaten voor een opvolger van Kuhnau aan de Thomaskirche in Leipzig komt Bach in beeld en klinkt de veelgeciteerde zin van burgemeester Platz die als volgt in dit boek wordt weergegeven: „Daar we de anderen niet kunnen krijgen, moeten we maar met de mindere genoegen nemen.” Dat is echter een volstrekt onjuiste weergave van het origineel. Daar staat niet: „de mindere”, maar: „müße man mittlere” nemen. In 1983 heeft Ulrich Siegele al aangetoond dat deze uitdrukking geen kwalificatie van Bach is, maar betrekking heeft op de rangorde in het sollicitatieproces, nadat enkele kandidaten zich hadden teruggetrokken en nádat alle partijen in de raad van Leipzig zich lovend hadden uitgelaten over Bachs proefspel.
Dit zijn teleurstellende tekortkomingen in zo’n mooi uitgegeven boek, geschreven door iemand die is „gespecialiseerd in het leven en de werken van componist Johann Sebastian Bach.”
De grote Bach Atlas, Govert Jan Bach; uitg. Rubinstein; 166 blz.; € 27,99