Cultuur & boeken

Vrouw in een mannenwereld

Titel:

Tineke Goudriaan
20 March 2002 06:55Gewijzigd op 13 November 2020 23:28

”Jacoba van Beieren. De nicht van de bisschop”
Auteur: Joyce Tulkens
Uitgeverij: Conserve, Schoorl, 2001
ISBN 90 5429 151 6
Pagina’s: 319
Prijs: € 18,13. Soms beginnen mensen niet aan een historische roman, omdat het lezen ervan een saaie bezigheid zou zijn. Zij hebben echter geen reden om ”De nicht van de bisschop” niet te lezen. Jacoba van Beieren is daarin een vrouw van vlees en bloed: ze moet zich al als meisje in een mannenwereld staande houden, huwt uiteindelijk met drie mannen en ontwikkelt zich tot een zelfstandige, zelfs harde vrouw. Joyce Tulkens beschrijft een middeleeuwse figuur, maar ze past opvallend in onze tijd.

Het moderne in deze Jacoba en de andere personages is onmiskenbaar. Dat is misschien niet heel vreemd: wie zal rond 2000 immers zeggen wie de echte Jacoba van Beieren (1401-1435) was, hoe ze dacht en wat haar karakter stempelde? Neem bijvoorbeeld twee gedichten over Jacoba, een van rond 1600 en een uit 1800, en stel vast hoe de gravin in de tussentijd is ’veranderd’. In gedichten uit 1600 komt zij naar voren als een vechtlustige dame, terwijl ze 200 jaar later haar politieke aspiraties heeft verloren. De dichters van rond 1800 maken van haar een weemoedige gravin, een hartstochtelijk liefhebbende vrouw, die flauwvalt als ze denkt een glimp van haar geliefde op te vangen.

Feministisch
De Jacoba van Joyce Tulkens is op zoek naar geborgenheid, maar heeft tegelijk harde trekjes. Hoe jong ze dan ook is, niet ouder dan zestien, ze kijkt neer op haar eerste echtgenoot, Jan van Touraine. Hij sterft, maar haar gevoelens voor haar tweede man, neefje Jan van Brabant, zijn niet veel warmer. Volgens Jacoba is hij een engerd met een slap karakter die bovendien niet aarzelt om regelmatig vreemd te gaan.

Met de hertog van Gloucester, Humphrey, is het een ander verhaal. Jacoba houdt van hem. Pijnlijk genoeg leeft hij in het verre Engeland het leven van een getrouwde, iets wat Jacoba pas ontdekt als iedereen om haar heen al lang op de hoogte is. Hoe het met Frank van Borselen zit, houdt Tulkens buiten haar verhaal. In de epiloog laat ze nog weten dat hier naar haar mening geen vurige liefde in het spel was.

In alle gevallen bevinden de mannen van Jacoba zich niet op politiek neutraal terrein. Ze moeten haar dichter bij haar politieke doel brengen. Haar streven is Jan van Beieren en Filips de Goede een hak te zetten. De gebieden die zij op jonge leeftijd van haar vader had geërfd, gaan uiteindelijk naar haar neef Filips de Goede, hertog van Bourgondië. Tot aan het moment van haar overgave verdedigt zij haar rechten op de steden, ouderwets in haar feodale opvattingen, heldhaftig in het verzamelen en aanvoeren van legers, koppig in haar verzet tegen de twee genoemde heren, die haar haar erfrechten ontzeggen.

Tulkens maakt van Jacoba nu en dan een feministisch typetje. Een vrouw die de sullen van mannen in haar omgeving ver vooruit is, maar door de ouderwetse maatschappij in het nadeel is. Ze is standvastig, trots, niet gelovig.

Tweede carrière
Dat de schrijfster een moderne vrouw van vlees en bloed schildert is misschien begrijpelijk. Tulkens is geen historicus. Ze is met haar tweede carrière bezig. Eerder was ze actief in de wereld van de grafische vormgeving. Inmiddels ligt haar vierde boek in de winkel. Een biografie van Poncke Princen was haar eerste werk, een boek over esthetische chirurgie, ”Wat dacht je van een nieuw lijf”, volgde en toen ze met haar gezin in Singapore woonde, schreef ze het Engelstalige ”Southeast Asia Art Today”. Kennelijk staat mevrouw Tulkens open voor nieuwe dingen.

Toch moet het gezegd: voor iemand die geen historicus van beroep is, is deze roman een prestatie. Dat is niet denigrerend bedoeld, alsof dit het beste is wat een niet-historicus kan schrijven. Integendeel, het is een prestatie dat de schrijfster de wereld van de middeleeuwer voor iedereen toegankelijk en interessant weet te maken. Daarvoor moest ze zich in compleet andere wereld begeven en zich grondig inlezen.

Dat het verhaal nooit saai wordt, is ten dele aan Jacoba zelf te danken. In haar leven gebéúrde wat. Dat Tulkens juist aandacht heeft voor thema’s zoals jeugd en liefde, jaloezie en moord, vriendschap en verraad maakt het verhaal natuurlijk des te leesbaarder. De mannen in Jacoba’s omgeving dragen hun steentje bij.

Wat Tulkens’ roman ook toegankelijk maakt, zijn de vorm en het perspectief. De lezer voelt zich bevoorrecht, want hij heeft inzage in het dagboek van een vrouw die het dichtst naast Jacoba staat. Vriendin en hofdame Hanna van Niervaart schrijft de belangrijkste gebeurtenissen op zoals dat in een intiem document gebeurt. Met dit perspectief én met alle gevoeligheden en relationele verwikkelingen is ”De nicht van de bisschop” misschien vooral een vrouwenboek geworden.

Over lijken
De vrouw die Tulkens schetst, heeft echter veel mannelijks in zich. Hoe jong ze ook is -ze werd niet ouder dan 35-, om een mensenleven meer of minder maalt ze niet. Ze ontwikkelt zich tot een vrouw die over lijken gaat. Niet als het om haar manschappen in de strijd gaat. „Mijn leger!” laat Tulkens haar uitroepen, „er is niets mooiers dan dat: duizenden mannen die bereid zijn voor je te sterven.” Ze is onverschillig als het familieleden betreft en wraakzuchtig als het om uitgesproken vijanden gaat. Jacoba’s schuld aan de dood van haar bisschopsoom is niet bewezen, maar betrokkenheid was er volgens Tulkens zeker.

Al is ”De nicht van de bisschop” een boek over een vrouw en geschreven door een vrouw, dat betekent niet dat er voor de ’harde’ wereld geen aandacht is. Tulkens negeert het politieke aspect zeker niet. Het krijgt zelfs geen marginale plek toebedeeld. Hanna van Niervaart is geen oppervlakkige hofdame, maar iemand die de gravin niet alleen nu en dan op haar nummer durft te zetten maar Jacoba ook in de politieke en economische context presenteert. Een omgeving die wordt gestempeld door de strijd tussen Hoeken en Kabeljauwen en door ingewikkelde Europese verhoudingen. Het prettige van historische romans is altijd weer dat de lezer terloops veel oppikt van allerlei historische feiten.

Nederlaag
Waarom precies het boek ”De nicht van de bisschop” heet, is niet helemaal duidelijk. Zeker, Jacoba was de nicht van haar machtige oom, de bisschop van Luik, maar hij vervult in het verhaal niet meer dan een bijrol. Jacoba treedt ook onafhankelijk en niet als ”nicht van” op. Moet de titel misschien haar vermeende medeplichtigheid bij de moord op de bisschop naar voren halen?

Uiteindelijk is Jacoba’s verhaal een nederlaag. Vriend na vriend en familielid na familielid verdwijnt uit haar omgeving. Ze riskeert allerlei oorlogen, maar de resultaten zijn fnuikend. Zelfs haar vertrouwelinge Hanna moet het veld ruimen, terwijl Jacoba uiteindelijk niet uit de schaduw van haar vriendin treedt - het is tenslotte Hanna’s dagboek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer