Geest tegen vlees
Galaten 5:17
„Want het vlees begeert tegen de Geest, en de Geest tegen het vlees.”
Het is een oefening van de wil. De wil is de zetel van rebellie. In de wil wordt de oorlog gevoerd. „Want het vlees begeert tegen de Geest, en de Geest tegen het vlees” (Galaten 5:17). In de bekering wordt de wil de goede kant op gebogen, maar hij is nog steeds krom en onbuigzaam. Er zit nog steeds rebellie in. Dagen van voorspoed kunnen dat soms verbergen, zodat we ons bijna onbewust zijn van de kracht van die rebellie, maar die bestaat nog steeds. De hitte van de oven is nodig om de wil buigzaam en sterk te maken. Geen enkel milder middel helpt. Een lijdende gelovige zei: „Het vereist al de energie van God om mijn wil naar Zijn wil om te buigen.” Toch moet dit gebeuren. De wil is de burcht van de ziel. Daarom lijkt God Zich zo bijzonder op de wil te richten in Zijn kastijdingen. Hij steekt vuur na vuur aan om hem buigzaam te maken. En slag na slag slaat Hij erop om hem recht te maken. Hij rust niet voordat Hij de wil helemaal buigzaam heeft gemaakt en Hij de vele overblijfselen van het ”ik” eruit heeft gehamerd. Hij laat Zijn hand niet rusten totdat Hij al onze zelfgevormde plannen teniet heeft gedaan en ons heeft getoond hoe dwaas onze zelfgekozen wegen zijn.
Horatius Bonar, predikant te Edinburgh
(”Vaderlijke kastijding”, 1847)