Topman Randstad: coronacrisis dwingt tot debat over flex
De coronacrisis dwingt de maatschappij tot een debat over de vormen van flexibele arbeid. Daarbij zou de discussie moeten gaan over een manier waarop flexibele arbeid is gereguleerd, zegt topman Jacques van den Broek van uitzendreus Randstad.
Flexwerkers zoals uitzendpersoneel of freelancers zullen als eerste het slachtoffer zijn van de coronacrisis, waarschuwden vakbonden sinds lockdownmaatregelen de economie flink verstoorden. FNV schatte eerder deze maand dat de pandemie in Nederland banen van 800.000 mensen met een flexcontract in gevaar brengt.
Volgens Van den Broek maakt de crisis inderdaad duidelijk dat er haken en ogen zitten aan de manier waarop veel mensen aan het werk zijn. Zo moeten freelancers in beter betaalde beroepen nog zelf een vangnet creëren bij tegenslag, in plaats van collectief. Zzp’ers in slechter betaalde beroepen lopen al helemaal het risico op armoede bij verlies van werk.
Maar de kern van de discussie is volgens hem niet of er vaste of losse dienstverbanden moeten zijn. „Er moet eerder een onderscheid komen tussen goed gereguleerd werk en niet goed gereguleerd werk”, zegt de topman van een van ’s werelds grootste uitzendbureaus in een reactie op de kwartaalcijfers. „je wordt als flexwerker bij Randstad geholpen, namelijk door ons.” In de zogeheten platform-economie, waarbij freelancers bijvoorbeeld voor internetreuzen als Uber werken, is dat volgens Van den Broek amper het geval.
In Nederland maakt Randstad gebruik van de tegemoetkoming in loonkosten door de overheid, die 90 procent van het salaris van uitzendkrachten doorbetaalt. Het uitzendconcern zelf vult de overige 10 procent aan, zegt Van den Broek. In totaal maakt het concern in tien tot twaalf landen gebruik van overheidssteun.
De topman ging ook in op de nabije toekomst, waarin de zogeheten 1,5 metereconomie zijn intrede moet doen. Randstad deelt veel van zijn expertise op het vlak van veiligheidsprotocollen in bijvoorbeeld de bouw of industrie in overleg met vakbonden, de overheid en andere bedrijven.
„Maar voor de overheid gaat het niet alleen over protocollen op het werk. Denk bijvoorbeeld aan het openbaar vervoer”, aldus Van den Broek. „Het gaat om de totale logistiek in Nederland. Begint iedereen om 08.30 aan het werk, of gaan we over op verschillende shifts? Ik denk niet dat we nog terug naar de oude situatie kunnen.”