Theologenblog: Liberale ik tegenover gemeenschappelijk belang bij corona-app
Bij de invoering van een corona-app gaan belangen botsen. Ons liberale ik ziet zich geplaatst tegenover een dringende vraag vanuit het gemeenschappelijk belang. En dan moeten we gaan wikken en wegen.
Het heeft me altijd bevreemd, de enorme aantrekkingskracht van YouTube, en dan vooral de hang die sommige mensen hebben om zichzelf continu te ”broadcasten”. Het alledaagse leven zoals het is – of in ieder geval de schijn ervan – staat in het middelpunt van de belangstelling. Allerlei YouTube-grootheden delen hun dagelijkse bezigheden met de wereld. De invloed die deze mensen met name op de jongere generatie uitoefenen, valt niet te onderschatten. Er wordt vaak gebruik van gemaakt, juist ook in positieve zin. Deze trend weerspiegelt de sterke hang in onze samenleving naar het ”delen” van onszelf, van wat ons overkomt, van wat ons bezighoudt. Deze blog kan je hier vast ook wel onder scharen.
Tegelijk, het lijkt haast paradoxaal, zijn we ontzettend bekommerd om de bescherming van onze persoonlijke gegevens. Afgelopen weekend werden de mogelijkheden gepresenteerd voor wat betreft de corona-apps die in de maak zijn. En ja, een springend punt is de bescherming van onze privacy en het waarborgen van burgerlijke vrijheden. Voor je het weet, grijpen overheden te diep op in op de persoonlijke levenssfeer of liggen je gegevens op straat, open en bloot voor cyber-criminelen. Al op dag één werd een ‘lek’ geconstateerd bij een van de voorgestelde apps. Anders dan vroeger racen onze gegevens over een digitale snelweg. De (relatieve) bescherming van communicatie binnen beperkte kring heeft plaats gemaakt voor een blijvende en oncontroleerbare digitale beschikbaarheid. Het is dus goed dat hier grondig over wordt nagedacht. Tegelijk ontstaat hier een paradox die tekenend is voor onze liberale samenleving: het vrijuit publiek delen van het eigen leven staat in sterk contrast met principe dat niemand iets van ons mag weten, zeker de overheid niet.
Beide bewegingen vinden hun gemeenschappelijk vertrekpunt in de toegenomen digitalisering van de samenleving. Op dat punt heeft er de afgelopen decennia op wereldschaal een aardverschuiving plaatsgevonden. Aan de Theologische Universiteit Kampen is op dit moment een ”tweede track” in de maak (naast de meer klassieke theologie) die zich nog uitdrukkelijker wil richten op de dialoog tussen samenleving en theologie. Een van de modules in deze track focust op de digitalisering van de samenleving. Wat houdt deze digitalisering precies in? Hoe heeft zij mensen fundamenteel veranderd op de verschillende terreinen van het samen-leven? Wat kan een theoloog hiermee? En wat kan deze samenleving met een theoloog? Veertig jaar geleden had niemand van een app gehoord, laat staan dat er een maatschappij-brede discussie zou ontstaan rond het invoeren van een specifieke corona-app.
Anders dan in andere delen van de wereld, verloopt dit soort discussies in westerse landen langs een liberale lijn: ik mag beslissen over mijn gegevens. Ik bepaal zelf wel of ik mij helemaal uitput op YouTube of dat ik mijn gegevens gewoon lekker voor mezelf houd. Daar moet de overheid zich zo min mogelijk in mengen. Daar moeten – in zijn algemeenheid – anderen zich zo min mogelijk in mengen. Zo lang ik hen niet schaad, houd ik zelf de regie en ben ik vrij om te delen of niet. Het belang van het individu staat voorop.
Geplaatst voor de invoering van een corona-app, moeten we echter gaan wikken en wegen. Want ons liberale ik ziet zich geplaatst tegenover een dringende vraag vanuit het gemeenschappelijk belang. Deze apps kunnen de verspreiding van het virus tegengaan. Het goede voor de samenleving als geheel, het ”bonum commune”, komt om de hoek kijken. Meteen dienen de typische vragen zich aan: Garanderen deze apps onze privacy? Is dit wel sluitend af te schermen, loop je toch niet een zeker risico? In hoever ga ik hierin mee? In hoe ver ga ik het risico aan zodat het verloop van Covid-19 binnen dit land en binnen de Europese Unie in kaart kan worden gebracht? En wat is de volgende stap?
In het debat over de corana-app wees Maxim Februari er terecht op dat dit verder reikt dan de platte tegenstelling tussen data-bescherming en het goede voor de samenleving. Ook de databescherming raakt aan het bonum commune. Data zijn vaak allesbehalve objectief, laat staan dat ze het achterliggende verhaal bij mensen vertellen. Het is in het belang van iedereen er goed over na te denken hoe overheden en andere instanties daarvan gebruik mogen maken.
Het blijft dus een lastige kwestie. In ieder geval lijkt het me dat voor een christen het bonum commune richtinggevend is, hoe dit dan ook precies uitpakt inzake de discussie rond databescherming. Paus Benedictus XVI, ongetwijfeld geïnspireerd door Augustinus, formuleerde het in zijn encycliek ”Caritas in veritate” (Liefde in waarheid) als volgt: „Het algemeen welzijn wensen en zich daarvoor inzetten is een vereiste van gerechtigheid en liefde.”
Myriam Klinker-De Klerck is universitair docent Nieuwe Testament. Zij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.