De Amerikaanse en de Britse ambassades in Irak hebben de ontvoering van een Brit en twee Amerikaanse staatsburgers bevestigd. De drie werkten voor het bouwbedrijf GSCS, waarvan het hoofdkwartier in de Verenigde Arabische Emiraten staat.

De westerlingen verbleven in een huis in het district al–Mansur, een wijk waar vooral buitenlanders en rijke Irakezen wonen. Volgens woordvoerder kolonel Adnan Abdul Rahman van het ministerie arriveerde een groep gewapende mannen rond 06.00 uur plaatselijke tijd met een minibus bij de woning. Zij bestormden het pand en vertrokken met de Brit en de Amerikanen in de gereedstaande wagen.

Een kolonel van het politiebureau in de wijk Maamun, waaronder het westelijk deel van al–Mansur valt, zei dat het trio werkt voor een bevoorradingsbedrijf.

De afgelopen maanden zijn meer dan honderd buitenlanders in Irak ontvoerd. Meer dan twintig buitenlanders overleefden hun gijzeling niet. Het overgrote deel van de gijzelaars werd uiteindelijk zonder letsel vrijgelaten door hun ontvoerders, vaak militante moslims.

De gijzelnemers proberen de Iraakse interim–regering te ondermijnen en eisen vaak het vertrek van buitenlandse militairen uit Irak. Op dit moment worden nog meer dan twintig buitenlanders vastgehouden, onder wie twee Franse journalisten en twee Italiaanse hulpverleensters.

In al–Mansur hebben verscheidene kleinere buitenlandse bedrijven en beveiligingsorganisaties hun hoofdkwartier. Ook hebben buitenlandse media zich hier gevestigd. Veel kantoren worden zwaar beveiligd, maar de meeste buitenlandse werknemers blijven bij voorkeur in de streng bewaakte Groene Zone wonen in het centrum van Bagdad, waar onder meer de Britse en Amerikaanse ambassade staan.

Groot–Brittannië is de belangrijkste bondgenoot van de Verenigde Staten in Irak. Londen heeft meer dan 8000 militairen in het zuiden van het land gestationeerd.