Door een lekkage van een afsluiter kon in augustus twee jaar geleden zeshonderd liter brandgevaarlijk en giftig acrylnitril uit een goederenwagon lopen. De wagon stond geparkeerd bij het Amersfoortse station. Naar aanleiding van dit voorval heeft de raad de regels voor het vervoer over spoor van gevaarlijke stoffen onderzocht en gekeken hoe hier in de praktijk mee omgesprongen wordt.

De onderzoekers stellen vast dat de regelgeving op dit gebied „fundamentele leemtes" vertoont en dat de controle „marginaal" is. „De resultaten van het ingestelde onderzoek hebben de raad verbaasd, zo niet verontrust", meldt voorzitter Van Vollenhoven van de raad.

De raad dringt er zowel bij de sector als bij de overheid op aan maatregelen te nemen. De chemische industrie en vervoerders moeten hun verantwoordelijkheid nemen en beter toezicht houden op naleving van de voorschriften. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat zou in de ogen van Raad voor de Transportveiligheid internationaal verdergaande veiligheidsafspraken moeten maken over het vervoer over spoor van gevaarlijke stoffen.

Zo vindt de raad dat voor treinwagons met brandbaar, giftig of explosief materiaal moet worden bepaald dat zij alleen nog op plekken mogen worden geparkeerd waar (bijna) geen risico’s zijn voor de omgeving.