„Vrede onmogelijk zolang Arafat er is”
In het gunstigste geval kunnen Israël en de Palestijnen een staakt-het-vuren of een interim-akkoord bereiken. Een duurzame vredesregeling ziet Avi Pazner, woordvoerder van premier Ariel Sharon, voorlopig niet zitten. „Zolang Arafat aan het bewind is, zal er geen einde aan het conflict komen. Hij leidt zijn volk slechts van de ene naar de andere ramp.”
Met de regelmaat van de klok verschijnt zijn gezicht op CNN of andere internationale nieuwszenders. Als een van de drie officiële woordvoerders van de Israëlische regering heeft Avi Pazner tot taak het beleid van Jeruzalem uit te leggen en, waar nodig, te verdedigen. Tevens reist de diplomaat de wereld rond om de steun van Joden in het buitenland te mobiliseren. „Solidariteit hebben we keihard nodig in deze tijden van beproeving.”
Die beproeving is volgens Pazner in één woord te vangen: oorlog. „We zijn in oorlog, hoewel de buitenwereld daar over het algemeen heel anders over denkt. We zijn in een genadeloze strijd tegen terrorisme verwikkeld. We worden belegerd door een van de meest beestachtige vormen van terreur.”
Die ’omsingeling’ maakt het noodzakelijk dat Israël soms impopulaire maatregelen tegen de Palestijnen neemt, legt Pazner uit. „We moeten voorkomen dat radicale groeperingen zich organiseren en nog meer aanslagen uitvoeren. We moeten terroristen arresteren. We hebben de plicht onze burgers te verdedigen.”
De recente aanvallen op Palestijnse doelen en invallen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook noemt de Israëlische woordvoerder een „groot militair succes. We hebben diverse fabrieken voor de vervaardiging van explosieven ontmanteld en honderden terroristen gearresteerd. Het aantal aanslagen is duidelijk afgenomen. Statistisch gezien zijn we nu in staat zo’n 85 procent van geplande terreuracties te voorkomen.”
Dat Israël zijn militaire acties tegen de Palestijnen de afgelopen weken fors heeft opgeschroefd, is volgens Pazner volledig aan de Palestijnse Autoriteit te wijten. „Wij doen nu wat Yasser Arafat en de zijnen allang hadden moeten doen. Zij weigeren echter mee te werken in de strijd tegen het terrorisme. In het licht van de verslechterende situatie hadden wij daarom geen andere keus. En Arafat moet goed begrijpen dat maatregelen als de bezetting van Ramallah elk moment weer kunnen worden genomen, hoewel dat bepaald niet onze wens is.”
De uitdrukkelijke wens van de Joodse staat is een einde aan het geweld, aldus Pazner. „Israël is bereid tot een onmiddellijk staakt-het-vuren. Of dat mogelijk is, ligt geheel in de handen van Arafat. Hij kan de aanslagen stoppen. Hij heeft de directe controle over de belangrijkste terroristische organisaties: Fatah, Tanzim, de Martelaren van al-Aqsa, Force 17. Deze bewegingen rapporteren allemaal direct aan Arafat en zijn verantwoordelijk voor 90 procent van de aanvallen.
Slechts een klein deel van de aanslagen wordt door Hamas en de Islamitische Jihad uitgevoerd”, vervolgt Pazner. „Arafat kan zich gemakkelijk van hen ontdoen. Hij heeft een zwaarbewapend leger van 80.000 man ter beschikking. Het heet officieel de Palestijnse politie, maar het is in feite niets anders dan een leger, een enorme vechtmachine. Arafat is echter gewoon niet in een bestand geïnteresseerd. Hij denkt nog steeds dat terrorisme loont.”
Daarom is Avi Pazner ervan overtuigd dat een allesomvattende vredesregeling tussen Israël en de Palestijnen niet mogelijk is zolang Yasser Arafat de touwtjes in handen heeft. „Het maximum dat we op dit moment kunnen bereiken, is een wapenstilstand en misschien een serie interim-akkoorden die deelonderwerpen regelen. Zolang Arafat aan het bewind is, zal er geen einde aan het conflict komen. Hij leidt zijn volk slechts van de ene naar de andere ramp. Maar gelukkig is Arafat niet onsterfelijk. We moeten gewoon wachten tot hij is verdwenen.”
Arafat arresteren of liquideren is voor de Israëliërs echter geen realistische optie, benadrukt de woordvoerder van Sharon. „Daarvoor is hij te veel een legende, een symbool voor de Palestijnen. Hoewel het uiteraard onbegrijpelijk is dat zijn volk zich na al die jaren nog steeds niet afvraagt waar hun leider hen heeft gebracht.”
De Palestijnen hebben in de afgelopen decennia een aantal historische mogelijkheden onbenut gelaten, stelt Avi Pazner, die een belangrijke rol speelde in de voorbereiding van de vredesconferentie van Madrid in 1991. „Dat is al begonnen bij de stichting van de staat Israël in 1948. En in 2000 hebben ze dezelfde fout gemaakt, toen premier Barak hun vergaande concessies deed tijdens de onderhandelingen in Camp David. Het is een beetje zoals Abba Eban altijd zei: „De Palestijnen missen nooit een kans om een kans te missen.””