Met een visuele beperking naar het museum en ervaren wat anderen zien
Het Museum Speelklok in Utrecht won in 2017 10.000 euro om aanpassingen te doen voor blinde en slechtziende mensen. De bijna blinde Joan Titarsolej bezoekt het museum om te ervaren wat anderen zien.
Nieuwsgierig draait ze aan een groot wiel. „Wat zie je?” vraagt Joan Titarsolej (67). Haar gedraai zet een mechanisme in beweging dat drie instrumenten aanstuurt: een bel, een trom en een orgelpijp. Er klinkt een simpel melodietje. Aan de andere kant van de zaal staat een draaiorgel dat precies op dat principe werkt. „Staan er poppetjes op?” wil Titarsolej weten.
Titarsolej is bijna blind. Ze heeft alleen in haar linkeroog nog een kwart zicht, maar dat weerhoudt haar er niet van naar het theater of een museum te gaan. „Mijn zicht gaat weg, maar de liefde voor kunst blijft.” De Rotterdamse is in Museum Speelklok in Utrecht om te kijken wat het museum doet voor blinden en slechtzienden. In 2017 eindigde het museum op de tweede plek van de RAAK Stimuleringsprijs en won het 10.000 euro.
Voelmaterialen
In het restaurant van het museum schuift directeur Marian van Dijk aan. Titarsolej complimenteert haar met de toegankelijke website. Ze heeft die site thuis op haar iPad beluisterd en hoorde onder het kopje ”toegankelijkheid” dat bezoekers altijd om hulp mogen vragen. „Dat klinkt gastvrij”, voegt ze toe.
Voor een groep blinden en slechtzienden kan een speciale rondleiding in Museum Speelklok aangevraagd worden. Op andere momenten is iedereen welkom bij de gewone rondleidingen. „Maar het hangt van de drukte en de rondleider af hoeveel extra aandacht er dan is”, vertelt Van Dijk. Elke rondleider bepaalt of en welke voelmaterialen hij wil gebruiken.
Van Dijk is naast museumdirecteur ook organist. Ze heeft onder andere les gegeven aan slechtziende mensen. Ze was onder de indruk van hun gehoor. Museum Speelklok met zijn vele geluiden leent zich bij uitstek om een breed publiek te bereiken. Slechtziende en blinde mensen kunnen ziende mensen leren om anders en misschien wel beter te luisteren naar muziek, daarvan is Van Dijk overtuigd. En Titarsolej merkt dat ziende mensen beter kijken als ze meegaan als begeleider met iemand die blind of slechtziend is.
Het geld van de RAAK Stimuleringsprijs gebruikte Museum Speelklok voor een cursus voor de medewerkers. Daarbij hebben ze speciale brillen gedragen om te ervaren hoe het is om niets of vlekkerig te zien of door een nauwe tunnel te moeten kijken. Van Dijk: „Het is een uitdaging die kennis structureel een plek te geven. Onze rondleiders zijn voornamelijk studenten. Zij spreken veel talen en zijn flexibel inzetbaar. Het nadeel is dat studenten na een paar jaar weer vertrekken.”
Tastkar
Het prijzengeld werd ook gebruikt voor een tastkar met daarin voorwerpen die aangeraakt mogen worden. In de praktijk bleek de kar te log. „Een geval van uithuilen en opnieuw beginnen”, zegt Van Dijk daarover. Er wordt al aan een nieuw wagentje gewerkt. Daarop komt een miniatuurdraaiorgel te staan om bezoekers een indruk te geven van de vorm ervan. De voelmaterialen uit de tastkar zitten tijdelijk in een mand.
Titarsolej is blij met de tastbare muziek. Ze betast een kaart met voelbare lijn. In braille staat erop wat er te zien is, een Allin Walker Tafelklok, maar Titarsolej beheerst geen braille. „Daarvoor ben ik te laat blind aan het worden”, grapt ze. Ze heeft al snel door dat de afbeelding een pendule voorstelt. De blaasbalg is lastiger. Hij moet in elk geval op en neer, maar komt er ook lucht uit? De Rotterdamse houdt afwisselend haar hand en haar gezicht boven het instrument.
Het volgende voorwerp, een kartonnen boek met uitsparingen is eenvoudiger. Het is een orgelboek. „Welke melodie staat erop?” wil Titarsolej weten. Het is ”One last time” van popidool Ariana Grande.
Voorzichtig streelt Titarsolej een houten ornament. „Het voelt als een golf. Misschien heeft die als versiering op een meerminnendraaiorgel gezeten”, stelt ze zich voor.
Dan volgt een metalen plaat met scherpe puntjes. Die vraagt om nog meer bedachtzaamheid. De vorm is die van een langspeelplaat. Titarsolej zit er niet ver naast. Het is een muziekschijf voor de automatische platenspeeldoos, de voorloper van de jukebox. Rijke mannen schaften ze aan als gadgets om hun gasten te imponeren.
Witte strip
Voor blinde en slechtziende mensen kunnen de drempels en slecht licht een belemmering zijn om goed uit de voeten te kunnen. Museum Speelklok nam het nogmaals onder de loep. „Die belichting valt misschien niet op, maar is wel belangrijk”, vertelt Van Dijk. Wat het extra lastig maakt, is dat er verschillende oogaandoeningen zijn. Voor de ene is fel licht juist fijn en voor de andere niet. Daarom zijn er dimmers geplaatst waarmee handmatig het licht kan worden afgestemd op de juiste sterkte.
Museum Speelklok is gehuisvest in de Buurkerk. Dat is nog duidelijk te zien aan de grafstenen op de vloer en de hoge gewelven en de pilaren. De overgangen van de ene naar de andere ruimte zijn zo vloeiend mogelijk gemaakt. Titarsolej ervaart geen hinder als steen overgaat in tapijt of hout. Alleen de trap van en naar het carillon is lastig. „Die ziet er voor mij uit als een skipiste. Een witte strip op elke trede zou al helpen.” Van Dijk zet het op haar to-dolijst. Bij hoge uitzondering mag Titarsolej het carillon bespelen. Hoe het precies werkt, ziet ze niet, maar dat laat ze zich graag door Van Dijk uitleggen.
En ze is vast van plan in de toekomst een keer terug te komen als Van Dijk vertelt dat er vergevorderde plannen zijn om de bovenverdieping om te toveren tot een muziek- en techniekpromenade waar niet alleen te zien maar ook te horen en te voelen is hoe een balg vol lucht raderen laat draaien en pinnetjes en gleuven omzet in muziek. Voor dat project zal het museum ander geld moeten vinden, want het prijzengeld is op.
Meer informatie: www.oogfonds.nl en www.museumspeelklok.nl
Vijf jaar RAAK Stimuleringsprijs
In 2020 wordt voor de vijfde keer de RAAK Stimuleringsprijs, de prijs voor goede plannen om musea toegankelijker te maken voor mensen met een visuele beperking, uitgereikt.
Het Oogfonds, het Van Abbemuseum en Stichting Dedicon begonnen vijf jaar geleden met de prijs. Dedicon maakt zich sterk voor het zichtbaar, leesbaar, hoorbaar of voelbaar maken van informatie voor mensen met een visuele beperking.
Edith Mulder, directeur van het Oogfonds, ziet de belangstelling voor de prijs groter worden. „Het aantal inzendingen neemt elk jaar toe. De museumwereld wordt zich ervan bewust dat het voor mensen met een visuele beperking niet zo vanzelfsprekend is een museum binnen te stappen. En er wordt gekeken hoe dat anders kan.”
Mulder ziet verbeteringen als het gaat om kunst en cultuur in de brede zin van het woord. Als voorbeeld noemt ze de Stadsschouwburg in Utrecht, die steeds meer programma’s met audiodescriptie aanbiedt. Dat houdt in dat de bezoeker met koptelefoontje in de zaal zit en er live wordt verteld wat er te zien is. De kleding of de handelingen van de spelers worden beschreven. Soms is er vooraf een bijeenkomst waarbij bezoekers kleding en attributen mogen voelen, acteurs ontmoeten en het podium mogen ervaren.
Het is Mulders droom dat elk theaterstuk, elke filmvoorstelling en elk musea altijd toegankelijk is. „Nu is er bijvoorbeeld maar één voorstelling in een hele reeks met audiodescriptie of geldt dat alleen voor een bepaalde film of een programma op televisie.”
Vorig jaar hebben veertig mensen met een visuele beperking veertig musea getest. Joan Titarsolej (zie hoofdverhaal) was een van hen. Alle bevindingen werden gepresenteerd in het boek ”Zienswijzer”. Wat opviel bij het maken van het boek was dat de partners en begeleiders leerden kijken door de ogen van de ander. Normaal vertellen zij wat er te zien is, maar nu werden ze meegenomen in de wereld van hun blinde echtgenoot of vriend. Er ontstonden gesprekken over wat de ander ervoer. In ”Zienswijzer” staan tips voor musea. En er staan tips in voor bezoekers. ”Leen iemands ogen” en ga samen op pad.
Het publiek en een jury bepalen wie de RAAK Stimuleringsprijs wint. Eerdere hoofdprijswinnaars zijn: Sonnenborgh Museum/Sterrenwacht in Utrecht, Verzetsmuseum in Amsterdam, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam en Museum Beelden aan Zee in Scheveningen. Bij de eerste prijs hoort een bedrag van 30.000 euro.
Meer informatie: www.raakstimuleringsprijs.nl